Typhoon, 9 juli 1990 – Met de auto muurvast in de jungle

Typhoon, 9 juli 1990, eigen tekst

Met de auto muurvast in de jungle

Op vrijdag de dertiende een modderig weggetje zoeken

Ongeveer een kwart van onze reis zit er nu op. Na 20.000 kilometer zijn we aangekomen in het Yankari Game reserve in Nigeria. Game reserve wil niet zeggen dat je hier beschermde spelletjes kan doen. Het is namelijk een natuurreservaat. In dit reservaat bevinden zich ook de Wikki Warm Springs. Warmwaterbronnen, waar je in ontzettend helder en warm water heerlijk kunt zwemmen. En dat, terwijl bavianen boven je hoofd van boom tot boom slingeren. Alleen, je moet wel zorgen dat je van hen niets op je hoofd krijgt. Deze bavianen maken er namelijk een gewoonte van hun behoefte, vanuit de hoge bomen boven je, op je hoofd te mikken. Vrij vervelend als jij dan, heerlijk zwemmend, net hun slachtoffer bent.

1990 Africa 0477a
Wikki Warm Springs in Nigeria: zwem- en drinkwater met de bavianen boven je hoofd

In dit reservaat worden ook safaritochten georganiseerd. Alle blanke safarigangers worden dan achterin een vrachtwagen gestopt en dan maar crossen dwars door het park heen. Als je dan wat geluk hebt zie je olifanten, krokodillen, buffels en héél misschien leeuwen. Zo’n tocht mag je, mits onder leiding van een gids, ook met je eigen auto maken. Dit nu leek ons veel leuker. Dus gingen we vrijdag 13 april om half acht ‘s-ochtends het park in. Na een half uur zanderige weg en ontmoetingen met één olifant en een paar buffels, kregen we toch wat zin in een beetje actie. Rob vroeg daarom aan de gids of hij niet een leuk modderig weggetje wist. Dan konden we meteen wat oefenen voor de modderwegen die ons in Zaïre te wachten staan. Nou dat hebben we geweten. De gids zei ons om dan maar direct van de weg af te gaan en stuurde ons regelrecht een moeras in ! Na nog geen twee meter zaten we compleet vast in de bagger. Er was zowel voor- als achteruit totaal geen beweging meer in ons voertuig te krijgen.

We moesten uit stappen en stonden gelijk tot aan onze kuiten in de vieze kleiachtige modder. Als eerste probeerden we de auto met de lier schuin naar voren uit de modder te trekken. De kabel van de lier bleek echter niet lang genoeg te zijn. We moesten hem verlengen met dubbelgeslagen touw. Helaas bleek dit weer niet sterk genoeg, want het brak zonder dat de auto ook maar één centimeter van zijn plaats was gekomen. Vervolgens probeerden we de auto er achterwaarts uit te trekken. Dat moesten we echter met handkracht doen, omdat de elektrische lier aan de voorkant zit. Ook dat had nauwelijks effect. Tijd dus voor weer nieuwe ideeën.
Met onze grote één meter lange krik, krikten we de wielen van de Toyota op, om vervolgens de vrijgekomen wielgleuven op te vullen met takken en ander materiaal. Duwend en trekkend probeerden we daarna de wagen eruit te krijgen. Door de rondspinnende wielen vloog de modder ons van alle kanten om de oren, maar er kwam nog steeds nergens beweging in.
We waren uitgedacht. De gids stelde daarom maar voor om met één van ons ergens hulp te gaan halen. Rob ging dus, gewapend met veldfles, lopend de hete jungle in waar bavianen, olifanten en leeuwen het eigenlijk voor het zeggen hebben. Richard en Eelco gingen proberen alsnog iets met de garagekrik te bereiken. Ondanks die steeds moeizamer werkende krik, wisten zij toch nog meer takken onder de vier wielen te krijgen. En wonder, o wonder, na een nieuwe startpoging kwam er dan toch beweging in het geheel. De auto reed bijna een hele meter achteruit, gleed daarna van de takken en zat opnieuw muurvast.

 

1990 Africa 0474b
De modder zoog de Landcruiser muurvast

Bulgaren
Helaas had de krik het bij dit gedeeltelijke succes definitief begeven. Na nog vijftien minuten zwoegen in die vieze zuigende modder werd besloten om het geploeter maar op te geven. Richard ging proberen om onder een boom de krik te repareren terwijl Eelco die boom in klom om uit te kijken naar de verwachte hulptroepen. Rob en onze gids keerden vrij snel terug. Ze hadden een uur gelopen waarbij ze zich met stokken tegen de bavianen moesten verdedigen en ook nog eens een eind om moesten lopen om zodoende een kudde buffels te ontwijken. Uiteindelijk hadden ze een stel Bulgaren met een Peugeot ontmoet, die wilden komen helpen. Maar hun auto had veel te weinig grip en trekkracht om onze drie ton zware kolos uit de modder te kunnen trekken. Onze gids vertrok daarop met de Bulgaren om dan maar een truck van het reservaat te halen.

Rob en Eelco verschansten zich opnieuw in de bomen, luid toegeschreeuwd door een baviaan een boom verderop. Het werd steeds heter en de watervoorraad daardoor steeds kleiner.1990 Africa 0476Om twee uur ‘s-middags kwam dan eindelijk de truck. Met vier dubbele touwen begon deze te trekken, maar weer brak het touw. Toen het touw zo’n tien keer om de haken was geslagen kregen we de Toyota eindelijk weer op het droge. Opgelucht gooiden we alle vieze troep in de truck en reden we terug naar ons kampement. Drie kwartier later konden we daar met kleren en al in de warme bron springen.
De volgende dag hebben we de auto schoongemaakt. De krik is nu in reparatie, maar onze kleren zijn waarschijnlijk niet meer schoon te krijgen. Achteraf bekeken hadden we dit allemaal kunnen voorzien, want wie gaat er nu op vrijdag de dertiende op safari en vraagt dan ook nog om een modderig weggetje ?.
Maar het blijft een goede oefening voor Zaïre, daar had Rob gelijk in.

Typhoon, 9 juli 1990, eigen tekst