Na het Chileense eiland Chiloé ging onze reis verder met de boot naar Chaitén. Vanaf daar zakten we de beroemde Carretera Austral af. Carretera Austral betekent Zuidelijke Hoofdweg. Deze weg is relatief recent aangelegd en onsluit de zuidelijke dorpen die nog op het vaste land van Chili liggen. Aanleg is begonnen in 1976 door Pinochet en pas in 2000 is het laatste dorpje, Villa O´Higgins aangesloten. Voor die tijd ging men lopend of te paard naar de “bewoonde” wereld. Wij zijn met de (onregelmatige) busdiensten van Chaitén (zie foto hiernaast) tot Villa O´Higgins gereisd en hebben daartussen nog een prachtige trektocht gemaakt.
Chaitén, voor ons het begin van de Carretera Austral
De Carretera Austral begint al veel noordelijker, maar wil je in Chaitén terecht komen, dan moet je zowiezo met de boot, waar je ook vandaan komt. En voor de goede orde, het is (nog geen) fijn geasfalteerde weg. Kleine stukken zijn geasfalteerd, maar grotendeels is het nog gravel. De weg is erg populair bij fietstoeristen, maar ook bij Israelische jongeren die er liftend langs trekken. Maar het echte zomer-vakantie seizoen begint toch langzaam op zijn eind te lopen, dus we beginnen hier al wel een echt einde-van-de-wereld gevoel te ontwikkelen. Daar doet Chaitén goed aan mee. Als je met de boot aankomt lijkt het nog heel wat (zie rechts), maar eenmaal in Chaitén slaat het Patagonië gevoel goed toe en vraag je je af hoe het hier moet zijn in de winter. Nu was het er al kil en nat. Nog even en de toeristen laten zich ook niet meer zien, wat een dorp dan om in te wonen. Vanwege het slechte weer lieten we het prachtige park Putalin links liggen en gingen direct door. Zie het fotoalbum van Chaitén.
Minder einde-van-de-wereld gevoel in Coihaique
In het busje naar de Coihaique ontmoeten we Joost, een striphandelende koerier, op lange vakantie in Chili. We belanden in hetzelfde familiehostel waar we ook de Belgische Barbara (lijkt wel een Suske & Wiske titel, is dit toeval of….) tegenkomen. Doodmoe komt zij aan in het hostel, zij “doet” namelijk de Carretera Austral wandelend! Ok, ze lift af en toe, maar toch…. Een erg originele manier om hier te reizen en haar belevenissen zijn dan ook weer totaal anders dan die van ons.
Coihaique blijkt vele malen groter dan Chaitén, en het einde-van-de-wereld-gevoel is hier dan ook weer snel verdwenen. Er stond zelfs AH-pindakaas in de supermarkt. In het fotoalbum van Coihaique kan je daar een foto van zien, inclusief de foto´s van de dagwandeling die we in het park “Reserva Nacional Coihaique” gemaakt hebben samen met Joost en Barbara.
Kou en harde wind rond de Cerro Castillo
Het einde-van-de-wereld-gevoel was in Villa Cerro Castillo al weer snel terug. Onvoorstelbaar wat een dorpje, het was echt helemaal niets. Zowel het dorpje, als de huisjes voelden aan alsof het er maar tijdelijk stond, een soort huttendorp. Ons “hostel” zat vol gaten en kieren waar de harde wind snoeihard doorheen blies. Onvoorstelbaar dat ze niets aan isolatie doen, want alles moet met hout worden warm gestookt. We zijn hier gekomen om de wandeling bij de Cerro Castillo te doen. Nadat we onze spullen in het hostel hadden gedumpt zijn we direct gaan liften naar het begin van de trekking. Services zijn hier dus minimaal, bussen sporadisch. Via 2 liften bereikten we om 15:00 het begin van onze trekking, waar het tot onze aangename verassing een stuk minder hard waaide. Het eerste stuk was eenvoudig, en ging over het land van een boer. De dagen daarna waren “ietsjes” zwaarder, met als topper een afdaling waarvan door de gids werd vermeld dat het 30 tot 45 minuten zou duren. Wij en de 2 israeliërs kwamen er na 2 zware uren vloekend en doodop vanaf. Bas besloot op die berg dat dit haar laatste trekking zou worden, wat ze enkele dagen later alweer was vergeten. Maar, het was prachtig. Zwaar, koud, maar prachtig, zie de foto´s in het fotoalbum van Cerro Castillo. Vergeet ook niet het filmpje te bekijken (met geluid aan) voor een betere indruk van hoe je over zo´n pas loopt, en zie ook de waanzinnig luxe hostelkamer die we in Villa Cerro Castillo hadden na de tocht.
Cochrane, wederom 3x niks
Met de 2 israeliërs die we al eerder ontmoet hadden (Ido en Vladi) kwamen we in Cochrane terecht. En dat was zo 3x niks dat direct het busje voor de volgende dag naar Tortel boekten. Het mooist was de reis er naartoe, zie de foto rechts. Op de camping verbaasden we ons erover hoe Ido en Vladi verslaafd waren aan het eten van mierzoete gecondenseerde nederlandse melk. Mocht je hier echt foto´s van willen zien, inclusief foto´s van het spannende Cochrane, dan kan je terecht in het fotoalbum van Cochrane.
Met regen over de wandelplanken van Tortel
Tot nu hebben we echt ontzettend gemazzeld met het weer hier, maar Tortel gaf ons wat er over beloofd was, het is namelijk één van de nattere gebieden. En inderdaad, in onze volgende stop langs de Carretera Austral hebben we voornamelijk wolken en regen gehad. Maar we hadden een gezellig hostel met voldoende brandhout en andere reizigers, dus we hebben ons er prima vermaakt. Niet alleen de lucht, maar ook de grond is hier erg nat, vandaar dat het hele dorp is gebouwd op palen, inclusief de paden tussen de huizen. Auto´s kunnen het dorp dan ook niet in. Die houten wandelsteigers geven het dorp een heel eigen, uniek karakter.
Eindhalte Carretera Austral: Villa O´Higgins
Veel reizigers slaan de reis naar dit dorp over. Het is namelijk lastig om er te komen, maar ook om er weer vandaan te vertrekken. Want óf je moet weer terug, óf je moet via een bus-boot-5 uur wandelen-boot-bus-of-lift combinatie een lastige oversteek naar Argentinie maken. En dat laatste klonk ons nou juist erg leuk in de oren, met name omdat je die 5 uur wandelen kan uitbreiden met een trekking naar gletsjers toe. De boot gaat echter niet elke dag, maar hij zou a.s. woensdag gaan. Maar…. toen wij maandag in Villa O´Higgins aankwamen hoorden we dat de boot net weg was. Dat werd dus wachten in Villa O´Higgins, 5 dagen lang. Ook hier hadden we echter een prettig hostel met keuken, en aangezien de verse groenten net waren gearriveerd deden we voor 5 dagen verse inkopen. En net toen we dat dinsdag allemaal ingekocht hadden, hoorden we dat er woensdag tóch een boot ging. Die avond heb ik druk staan koken, kip-au-vin voor die avond, en goulash met aardappel en pompoen om “kant-en-klaar” mee te nemen op de reis. En zo werd ons verblijf in Villa O´Higgins een stuk korter dan gedacht, met als gevolg dat we nog nooit met zo veel vers eten in onze loei-zware rugzak op pad zijn gegaan. Zie de foto´s in het Villa O´Higgins fotoalbum, en lees in ons volgende artikel hoe we met 4 wortelen, 5 bananen, 2 uien, 3 avocados, 4 tomaten, 4 appels en goulash van de deli de bergen in zijn getrokken.
Bas en Eelco