We dachten weg te gaan uit La Paz, maar zijn er toch weer langer blijven hangen. Maar toen we er uiteindelijk weg gingen, ontwikkelden we een enorme snelheid, voor ons doen dan. In no-time bezochten we Sucre, Potosi, de zoutvlaktes van Uyuni en nu zitten we in Tupiza, onze laatste stop in Bolivia. Door deze drukte heeft het dan ook langer geduurd dan normaal voordat er weer een artikel op de site werd geplaatst. Te druk, druk, druk. Maar nu staan ze er, dus ga er maar even voor zitten, want er staan me toch een stoot foto’s op je te wachten…. maar MOOI!!
Waarom we toch weer in La Paz bleven hangen
Toen we ons vorige bericht schreven, dachten we La Paz snel te verlaten. We vonden dat restaurant Sol y Luna het nu wel zonder ons moest kunnen. Er moest nog wel wat gebeuren aan het POS-systeem, maar niet ondoenlijk zonder ons. En het menu stond ook al een tijdje vast. Bovendien wilden we wel weer eens verder. Maar toen meldden Sander en Mapis uit Colombia zich. Ze stonden op het punt een hostel te beginnen in Bogota en wilden heel graag dat wij hun daarmee zouden helpen. Voordat we echter het vliegtuig in zouden stappen moesten we nog even een paar dagen wachten zodat ze 100% zeker zouden weten dat het door zou gaan. We besloten dus nog een paar dagen te wachten, en die dagen zijn we uiteraard doorgegaan met werken in Sol y Luna. En dat bleek achteraf heel nuttig. Want zowel het menu als het Pos-systeem bleken nog niet echt te staan als een huis. De koks bleken nog steeds de recepten op een hun goed uitkomende manier te interpreteren. Ook het aansluiten van printers bleek een enorm probleem. Uiteindelijk berichtten Sander en Mapis dat het voorlopig niet door ging, dus zijn we niet naar Colombia gevlogen. Wel hebben we nu het POS-systeem echt geimplementeerd, het draait, en de recepten zijn nog wat sterker de kok ingeramd. En toen was het eindelijk tijd om La Paz te verlaten, met een snik en een traan namen we afscheid van Rick, Carla en alle anderen waarmee we zo’n maand hebben gewerkt. Adios, het gaat jullie goed! De laatste foto’s zijn toegevoegd aan het speciale Sol y Luna fotoalbum.
Slapen in Sucre
Via een stop van 3 uur in Cochabamba (jawel, toch nog wat foto’s) kwamen we aan in Sucre. En wat een zalig klimaat, het schijnt daar bijna continu lente te zijn. Als er een plek is waar ik me oude dag zou willen slijten dan is het hier wel. Leuke, mooie stad, alle voorzieningen bij de hand, en dat klimaat. Niet te warm, niet te koud, geen insecten, genieten dus. Door de vele uren die we in La Paz hadden gewerkt hebben we in Sucre niet veel meer gedaan dan slapen, eten en wat lezen. Speciaal voor jullie zijn we uiteraard de stad nog even doorgelopen, want het is een erg mooie, vooral witte, stad, dus daar willen jullie fotos van zien, toch? Een attractie die we ook nog hebben gedaan is de Dynotour. Ze hebben bij opgravingen rondom Sucre namelijk sporen van dynosauriers gevonden. En daar hebben ze een Walt-Disney-achtige attractie omheen gebouwd. Een grote teleurstelling was echter dat je de sporen op slechts honderden meters te zien kreeg. De nep-dyno-stambeelden stonden dichtbij, maar waar het om ging moest je met een verrekijker bekijken. Een andere teleurstelling, maar eentje waar we toch wel blij om waren, was dat de bitterballen in het “andere” Nederlandse café in Bolivia, “Joyride” in Sucre, lang niet zo lekker waren als die wij in La Paz op het menu van Sol y Luna hebben gezet. Ze zijn er wel wat goedkoper, maar het enige wat ze met bitterballen gemeen hebben is dat ze rond zijn en uit de frituur komen. Dus voor echte Nederlandse bitterballen in Bolivia moet je toch echt naar Sol y Luna! Genieten van Sucre en de Dynos kan in dit fotoalbum.
Mijnkruipen in Potosi
Toen we uitgeslapen waren in Sucre zijn we naar het 3 uur verderop liggende Potosí gegaan. Potosí staat om 2 dingen bekend. Het is namelijk een erg mooi stadje, met smalle straatjes en mooie koloniale architectuur. Maar waar de meeste toeristen op af komen is voor een bezoek in de zilvermijnen. Al sinds de Spaanse bezetting wordt hier zilver gevonden. Eerst in echte aders, makkelijk te delven. Nu zit het vermengd door de stenen en moet het dus gemalen worden om het dan via chemische processen uit het steengruis te onttrekken. Dit wordt door de Boliviaanse mijnwerkers onder erbarmelijk werkomstandigheden met de hand gedaan. Gemiddeld overlijden er zo’n 10 a 30 mijnwerkers per jaar aan ongevallen door gas of instorting. En als ze dat overleven, dan is een “carriere” van 15 jaar zo’n beetje het maximum, langer leven ze niet door het vele stof en de zware inspanning. Om het vol te houden kauwen ze dan ook allemaal coca-bladeren, zoals hun volk dat al eeuwen doet. Een bezoekje aan deze mannen is niet voor de zwakste reizigers of claustrofobie lijders, want er moet flink gekropen en geklauterd worden door smalle openingen en in grote hitte. Maar als je bereidt bent tot deze opoffering krijg je er een onvoorstelbare ervaring voor terug. Bij ontmoetingen met mijnwerkers worden de, op de mijnwerkersmarkt gekochte, producten cadeau gedaan. En dan gaat het om dynamiet, lont, kunstmest, voor de ontploffingen, en frisdrank. Dat dynamiet kan overigens iedereen kopen, het is legaal hier in Bolivia. Om betogingen een extra duwtje in de juiste richting te geven kopen ook b.v. studenten dit dynamiet. En de gidsen gaven na de tour nog even een demootje terroristen bom-maken. Hoor ik iemand over de war against terrorism? Kaboem! We hebben overigens nog een echte Kaboem meegemaakt. Samen met de mijnwerkers schuilden we op zo’n 15 meter afstand, om de 4 ontploffingen af te wachten. De klap is niet eens zo hard, het was eerder de trillingen die ons deden rillen. Achteraf bleek dat een andere groep op dat moment zijn gids weg zag rennen omdat deze gas rook. Iedereen raakte in paniek, maar er is verder niets gebeurd. Wij vonden het later onderweg ook al een beetje naar gas ruiken…. Zie ons kruipen door de mijnen in het fotoalbum van Potosí.
Salar de Uyuni, de zoutvlaktes van Bolivia
Na 2 nachtjes Potosi (ja, we hebben de vaart erin) en 8 uur hobbelen in de bus kwamen we aan in Uyuni. Zo’n beetje het saaiste stadje van Bolivia met de meeste toeristen. Er komen zoveel toeristen omdat de meeste tours over de beroemde zoutvlaktes van Bolivia hier beginnen. Wij sliepen onze eerste nacht in het enige echte zouthotel, een hotel compleet gemaakt van zoutblokken, midden in de zoutvlakte. Bij donker kwamen we aan en konden al direct genieten van de onvoorstelbare stilte en de prachtige sterrenhemel. De volgende dag waren we vroeg uit de veren om net te laat te zijn voor de zonsopkomst, maar vroeg genoeg voor een prachtige, laagstaande zon die zijn schaduwen over de zoutvlakte wierp. De in La Paz gekochte zonnebrillen waren al snel noodzakelijk vanwege de letterlijk oogverblindende schoonheid van de zoutvlakte, witter kan niet, auw! Vanaf ons hotel werden we opgehaald door de gids/chaufeur, de kokkin en de 4 andere toeristen waar we de komende 3 dagen mee op tour zouden gaan over de hoogvlaktes van zuid-oost Bolivia. We schrokken even, want het waren Fransen. En het waren niet direct de allergezelligsten. De man praatte nog wel wat met ons, maar de rest leek wel z’n pubertijd niet ontgroeid te zijn. Gelukkig draaide dit alles enorm bij, het meisje bleek namelijk last van haar maag te hebben, en de vrouw en jongen van het gezelschap bleken slechts gebrekkig engels en spaans te kunnen. Toen het meisje, Ingrid, eenmaal aan de beterende hand was bleek het een gezellige kwebbel, die ook de andere goed mee kreeg. Aan gezelligheid heeft het ons de tour dan ook niet ontbroken. En dan het uitzicht en de foto-shoot momenten, dat hield niet op. We kunnen natuurlijk gaan vertellen hoe mooi het cactuseiland te midden van de zoutvlakte was, of over de waanzinnige kleuren van Laguna Colorado of Laguna verde, en ohhhh al die flamingos, en wauw, die geisers! En hoe lekker dat warmwaterbad was, zo vlak voor ons ontbijt de laatste dag. Dat kunnen we allemaal vertellen, maar beter is om het gewoon zelf te bekijken middels de 127 foto’s van het Uyuni album. Zet de diavoorstelling aan en ga er eens voor zitten!
Verdere plannen
Zoals altijd blijkt het gewaagd om onze plannen te vermelden, we wijken er toch altijd vanaf. Maar we doen toch weer een poging. We zitten nu in Tupiza, onze laatste stop in Bolivia. We rusten hier lekker wat uit, het hotel heeft een mooi zwembad en het stadje heeft een prettig klimaat. Als we zover zijn gaan we vanaf hier richting Argentinie. Via wat dorpjes willen we naar Saltja, waar Ingrid, het Franse meisje, op een manege werkt. Wij zijn van plan om daar een weekje te blijven om te kijken of ik zo’n paard net zo kan laten luisteren als mijn motor. Want tot nu toe luisterden die paarden totaal niet naar me, daar gaan we dus wat profesionele hulp bij inschakelen. Tot in Argentinië dus!
Groeten, Bas en Eelco