Peru, great in tourism, not without a reason

What a great country. Not only in size, but in sites, cities and people. We’ve heard a lot of people complain about Peru. To touristy, all scams, everybody wants your money…. We don’t agree with that. Maybe it’s because we did not only visit the Big-three (Cuzco, Machu Picchu, Titikaka), but also other places. And it was not expensive at all. OK, in the tourist places you pay more, but budget travel is still very possilbe. In total we’ve spend 3 months in Peru. Even in that time you can not see and do everyting, but we gave it a good shot. We only realy skipped the Amazon. For the rest… see underneath and enjoy!Caballitos, rieten vissersbootjes, al 1000-en eeuwen in gebruikPeru, het populaire vakantieland! Het begon voor ons echter anders dan we hadden verwacht. Ten eerste zat het verschrikkelijk tegen met het vervoer. Ten tweede ziet het er hier totaal anders uit dan je uit de boekjes kent. En ten derde de temperatuur, brrr…. we zitten nog niet eens in de bergen en het het is al koud! Lees hieronder verdere details over het zware leven van ons.

Het zit een beetje tegen in het begin
Een nieuw land, een nieuw begin. Alleen ging dat een beetje stroef aan het begin van Peru. Lang wachten op bussen, tot 1,5 dag toe. Of een busrit van 12 uur met 5 uur vertraging vanwege landverschuivingen. En dan kom je moe aan, blijken de rugzakken in een vekeerde bus te zijn gezet, en onderweg was naar de andere kant van het land. Of opstaan om half 4 ’s ochtends voor een busje naar een archeologische site en dan horen dat het busje vol zit….. Nee, het zat even niet mee. Maar verder…. is het hier fantastisch!

Woestijn aan de kust van PeruHet ziet er heel anders uit dan verwacht
Wat verwacht je bij Peru? Bergen, vrouwen met hoedjes, lama’s, panfluiten, idylische stadjes en dorpjes, ja …. dat soort dingen. Nou vergeet het maar, althans, in dit gedeelte van Peru. De strook land tussen de kust en de bergen is een dorre woestijn met veelal onaantrekkelijke dorpjes en steden. Geen lama te zien, laat staan panfluiten en dat soort toeristische trekpleisters. Maar we zitten dan ook in een totaal ander gebied, we weten dat het gaat komen. Maar het is wel grappig hoe een land je weer zo kan verrassen. Kijk b.v. eens mee naar Chiclayo. Veel huizen zijn van beton of leem, kompleet fantasieloos in elkaar gezet, zoals op de foto rechts. Rondom Chiclay zijn een aantal bezienswaardigheden, zoals het stranddorp Pimentel. Het was mooi weer, maar geen zwemweer…. veels te koud. Interessant waren de zogenaamde Caballitos (zie foto bovenaan dit artikel),  rieten vissersbootjes, zoals ze hier al enkele eeuwen in gebruik zijn. De vissers peddelen ermee door de branding, en surfen op de golven weer terug. Zie verdere foto’s in het fotoalbum van Chiclayo.

De graven en pyramides van Sipan
Een andere bezienswaardigheid rondom Chiclayo zijn de graven en pyramides van Sipan. De pyramides zien er eigenlijk totaal niet (meer) uit als pyramides maar meer als de omliggende bergen. Ze zijn gemaakt van leem, en weer en wind hebben al aardig wat weggesleten van de pyramides. Ze zijn gemaakt door de Moche, een volk van vóór de Inca’s. In één van de heuvels hebben ze in 1987 diverse graven gevonden met veel gouden, koperen, zilveren en aardewerk attributen. Op de plek zelf zijn nu replica’s te zien, waarvan je in het fotoalbum van Sipan foto’s kan zien. Graf van de heer van SipanDe echte skeletten, sieraden etc liggen in het Museum Tumbas Reales de Sipan. In het graf van de heer van Sipan liggen ook zijn vrouwen, zijn krijgsheer en enkele dieren. Zij werden meebegraven zodra de heer dood ging om hem te vergezelen op zijn reis. In het graf zie je ook een skelet er schuin boven liggen, en een skelet in een nis. Dat zijn bewakers van het graf. Van de bewakers zijn de voeten afgehakt, om er voor te zorgen dat ze het graf voor altijd zouden bewaken. Zonder voeten kan je namelijk niet weglopen! Zie ook de officiele (spaanstalige) website van het Museum Tumbas Reales de Sipan.

Een waar popfestival in ChachapoyasZonder rugzak in Chachapoyas
Na onze busreis van 17 uur kwamen we dus zonder rugzakken aan in Chachapoyas. Hoog in de bergen en dus best fris. We werden er gastvrij ontvangen door studentes Toerisme, die ons allerlei vragen wilden stellen, maar ons ook wilden helpen. We kregen van hen de tip om ´s avonds naar een muziekgebeurtenis te gaan. We hadden een klein zaaltje met wat folklore-muziek verwacht….. we kregen een volwassen popfestival, zoiets als pinkpop, alleen iets kleiner. Na het eten van cuy (je spreekt uit koei, maar het is cavia) waagden we ons aan een dansje. Dat werd door een groepje erg leuk gevonden zodat ze ons uitnodigden om met hen mee te drinken en te dansen. Ze deden een typisch Peruaanse dans voor, een soort huppeldehup dansje, wat je met wat drank op redelijk snel onder de knie hebt. We hebben het niet laat gemaakt, want we voelden de busreis nog in onze benen en bovendien wilden we de volgende ochtend met het busje van 4:00 naar de ruïnes van Kuelap. Zie ons met onze vrienden in het Chachapoyas fotoalbum.

Kuelap, een indrukwekkend fort bovenop een bergIn 2 pogingen naar Kuelap
Zoals al gezegd, het eerste busje naar Kuelap had geen plaats voor ons, we hadden moeten reserveren. De dag daarna hadden we uiteraard wel een reservering. Maar er gingen meer mensen mee dan dat er plaatsen waren. Dus met 4 mensen op de achterbank van een taxi hobbelden we 3 oncomfortabele uren naar Kuelap. Waarom moet het hier allemaal op zulke achtelijke uren!!!! Maar, we waren op tijd op de site. Kuelap is gebouwd door de Chachapoyanen, een volk dat later door de Incas is veroverd. Maar dat heeft ze veel moeite gekost, doordat de Chachapoyanen een sterk fort hadden gebouwd boven op een berg, Kuelap. Men is momenteel hard bezig met conservatie (geen restauratie, er wordt niets gebouwd dat er niet was) van de vele muren die nog perfect overeind staan. Die muren hebben dus vele aardbevingen overleefd. Sommige muren zijn complete massagraven, de gids trok een steen weg en gaf ons een kijkje in de muur: vol skeletten! Onvoorstelbaar, een kijkje in eeuwenoude graven van vóór de Inca´s! Je vraag je wel af of het wel echt is….. Beoordeel mee in het fotoalbum van Kuelap.

Leemstenen muren in Chan ChanWe leren het, volgens planning naar Trujillo
Na al onze problemen met busritten hebben we het geleerd. We informeren ons goed van te voren, kopen alvast kaartjes etc. Dus deze keer gingen we volgens planning op tijd naar Trujillo. En eerlijk gezegd, de stad is mooier dan wat we tot nog toe hebben gezien, maar het is wat ons betreft nog geen schoonheid. Nu is het ook niet helemaal vreemd, want heeft de vorige eeuw zwaar te lijden gehad van aardbevingen. Toch zijn er nog wel wat mooie panden, in pasteltinten die kenmerkend zijn voor Trujillo. Zie het fotoalbum van Trujillo. Bijzonderder is echter de archeologische site van ChanChan (en bij gelegen Esmeralda en Arco Iris). Ook dit is een pre-Inca stad, en net als de Sipan pyramides gebouwd van lemen-stenen. Weer en wind hebben dus ook hier hun tol geeist. Maar meer schade is aangericht door de grafrovers die gedurende eeuwen (ook nu nog) op zoek waren naar de rijkdommen waarmee men hun doden begroeven. Er zijn 9 paleizen, die bij het overlijden van de “heer” omgevormd werden tot mausoleum. Dan werden ook de 90! vrouwen (omgebracht en) begraven, samen met hun heer. Het paleis werd dan afgesloten. De opvolger, zijn zoon, ging verder in zijn eigen paleis, regeerde over een stad van ruim 10.000 gebouwen en ongeveer 60.000 bewoners. Zie het fotoalbum van Chan Chan.

Andere schoonheden rondom Trujillo
Er loopt hier aan de kust van Peru een raar type hond rond. Een haarloze hond, beetje raar, maar past wel bij deze leem-stenen steden. Ze schijnen een hogere lichaamstemperatuur te hebben dan normale honden. Om die reden schijnen ze (levend) gebruikt te worden als een soort body-warmer door artritis-patienten…. bijzonder….

Plannen
Morgen gaan we (als de bussen meezitten, we schijnen geen reservering nodig te hebben:-) naar Lima, de hoofdstad. Daarna blijven we de kust volgen naar beneden, net zo lang totdat we bericht krijgen dat onze kampeerspullen zijn aangekomen in Lima. Dan gaan we die ophalen om daarmee de bergen van Peru in te gaan. Dan gaan we (hopelijk) het Peru zien zoals een ieder zich dat voorstelt.

 

Met mad-max achtige buggys over de zandduinen rond HuacachinaOver torenhoge zandduinen crossen met een buggy, en van diezelfde zandduinen weer afroetsen op een sand/snowboard. Dat kan hier in Peru, woestijn zat. Maar hoewel de hele kust van Peru één grote woestijnstrook is, wordt het vanaf Lima pas een leuke en mooie woestijn. Vanaf daar gaat de weg landinwaarts, waardoor afscheid genomen wordt van de mistroostige mist die in dit jaargetijde over de kust van Peru hangt. In Lima hadden we daar nog last van, maar na Lima kon de zand- en zonpret beginnen!

Bas in Lima, ondanks mist toch blijLima: overdag mist en ’s nachts gekreun
De hoofdstad van Peru ligt aan de kust en heeft daarmee dus ook last van die mist. Het regent er echter niet, en het is er ook niet koud. Het bezichtigen van de stad kan dus prima, maar het had mooier gekund. Het moet hier van Januari tot en met Maart ook echt mooi zijn, want dan is het hier strandseizoen. De Miraflores buurt is dan “the place to be”, met mooie stranden, winkelcentra op klif-punten en volop uitgaangsgelegenheden. Na 2 nachten in een doods hostel ruilden we dat om voor De weg naar Limaeen “wat” levendiger hostel, o.a. om het voetbal te kijken. We hadden er echter geen privékamer, maar voor één nachtje leek ons dat geen probleem. Toen ik na het stappen wilde gaan slapen bleek onze dorm voor 4 personen 2 extra (vrouwelijke) gasten te hebben. En er werd flink wat afgekreund! Nu gunnen we de jongens best een lolletje, dus we zeiden er niet direct wat van. Maar toen ze na de eerste ronde en badkamerbezoek weer verder wilden gaan werd het ons teveel. Rond 5 uur ´s ochtends wilden we wel eens wat slapen! We hebben het licht aangegooid en de dames eruit gemikt, uiteraard onder zwaar protest van de heren. Volgens hen was dit héél normaal in dit hostel. Worden wij hier dan toch te oud voor? Het licht kwam ondertussen al door de ramen naar binnen, en van slapen is verder niet veel meer gekomen. Zie de foto’s in het Lima fotoalbum.

Een oase in de woestijn
Relaxen bij de pool in HaucachinaNa Lima keerde het tij voor ons. De weg verlaat de kust, en daarmee ook de mist. We hadden besloten neer te strijken in Huacachina, en wat een keuze! Een pracht van een oase tenmidden van prachtige zandduinen. En een klimaatje!!!! ZALIG!!!! Lekker fris, maar met een zonnetje. ´s Nachts zelfs wat koud, maar dat slaapt lekker. We hadden een goed, goedkoop hostel met privé kamer, mooie tuin met zwembad en papagaaien. Wat wil je nog meer! De attractie zijn de duinen, waar je met een buggy Bas op haar buik de zandduin afoverheen kan crossen. Helaas mag je niet zelf rijden, maar het was toch erg gaaf. De buggys zijn volledig bekooid, en je zit in een 3-punts gordel, dus er kan weinig misgaan. Toch wordt er flink gegild tijdens de achtbaan-achtige tocht. Op diverse punten wordt gestopt om op een snowboard naar beneden te roetsen. Ik dacht er nog even aan om het staand te proberen, maar heb het toch nog maar op de veilige manier gedaan, op de buik met de kop in het zand. En dat gaat evengoed hard genoeg! Zie ons stuiven in het Huacachina fotoalbum.

Mummies en lijnen rondom Nazca
De Kolibri in de Nazca woestijnWaarschijnlijk heeft iedereen er wel eens van gehoord, van de mysterieuze lijnen in de woestijn die, als je ze van boven bekijkt, allerlei figuren blijken weer te geven. Deze lijnen liggen bij Nazca, en zijn door de Nazca bevolking tussen 200 voor- en 600 na Christus gemaakt. We hoorden twee theoriën die wij het meest waarschijnlijk vonden. Één theorie zegt dat de tekeningen bestemd zijn voor de goden, om ze gunstig te stemmen voor nieuwe regenval. De andere gaat over de Shaman, de dorpsgeneesheer, die onder invloed van drugs het gevoel had te kunnen vliegen en zodoende deze figuren tijdens zijn vlucht zou gebruiken. Er zijn nog veel meer onwaarschijnlijkere theorieën, zo zouden het landingsbanen Nazca mummie met haarrestenzijn van buitenaardse bezoekers. Dat zou natuurlijk ook kunnen….. Wij zijn met een klein vliegtuigje over de lijnen heen gevlogen om een goed zicht op de lijnen te krijgen. En dat is toch wel een bijzonder gezicht, eeuwenoude lijnen op een immens groot tekenbord die vogels, spinnen en andere figuren vormen. Een bijzonder gevoel kregen we in onze buik….. zo’n klein vliegtuigje wiebelt wat meer dan een 747. Zie voor meer informatie b.v. de website van Discovery Channel over de Nazca Lines. Een andere bijzondere belevenis was het bezoek aan een oude begraafplaats van de Nazca´s. De graven zijn uiteraard weer geplunderd, maar er liggen ook buiten de gerestaureerde graven overal botten en textiel van de oude Nazca´s. Zie het fotoalbum van Nazca voor meer lijnen en mummies.

Verder plannen
We zitten momenteel in Arequipa en hebben gisteren gehoord dat onze kampeerspullen zijn aangekomen in Lima. We gaan hier waarschijnlijk een weekje actief zijn (bergje beklimmen van 5800 meter hoog) of wat wandelen. Daarna gaan we terug nara Lima (busrit van 16 uur) om onze kampeerspullen op te halen. Jippie!! kamperen!!! Daar hebben we erg veel zin in.!!!

El Condor PasaIk moest toch wel even denken aan het nummer van Simon and Garfunkel, “Condor Pasa”, vrijvertaald: “condor vliegt langs”. De foto hiernaast is namelijk niet gejat van anderen, ook niet bewerkt of wat dan ook. Het is zoals wij de condors hebben zien vliegen, van zeer dichtbij. Op de “Cruz del Condor”, een punt in de Andes gebergten van zuidelijk Peru, leven zo’n 70 Condors. Het zijn de grootste, vliegende vogels, met een spanwijdte van 3 meter! Om dat te mogen zien rondcirkelen, vlak langs en over je heen is onvoorstelbaar. Ademloos zagen we de waanzinnig grote condors langszweven…..

Wennen aan de hoogte in Arequipa
Bas op ons terras met de besneeuwde bergtoppen op de achtergrondVoordat we naar de Condors en de Cañon del Colca gingen bezochten we Arequipa. En dat was voor ons sinds lange tijd weer een wat hoger gelegen stad. Een leuke stad overigens, met prachtige besneeuwde bergtoppen op de achtergrond. In Arequipa hebben we nog de toeristische trekpleister van Arequipa bezocht, het Monasterio Santa Catalina. Een oud klooster waar nonnen van gegoede komaf vroeger in woonden, en …. grote feesten hielden. Het schijnt een vrolijke boel te zijn geweest. Nu is het prachtig gerestaureerd, en mogen de toeristen er hun fotografische talenten op botvieren. Toeristisch, maar errug mooi, dat wel! Onze hostelkamer mocht er ook zijn, we hadden de bovenste kamer van het hostel, met eigen balkon en ramen aan drie kanten waardoor we prachtig zicht hadden over de stad en de vulkanen. Nadeel was wel de hoogte, of eigenlijk laagte van de kamer. Ik moest me bukkend door de kamer begeven. En onder de douche staan was helemaal een toer. Dat werd ook nog gecombineerd met een slecht bed, het verwonderde me dan ook niet echt toen het me de laatste ochtend vreselijk in mijn rug schoot. Dat kwam dus lekker uit, met een Een van de vele mooie plekjes in het Monasterio Santa Catalinapijnlijke rug 4 uur in een hobbelende bus naar Chivay, in de Cañon del Colca zitten. Ik keek er niet naar uit, maar we zijn toch gegaan. Zie het fotoalbum van Arequipa en van het Monesterio Santa Catalina.

Het vriest in Chivay
Bas met muts op in bed aan de Coca-theeVanuit Arequipa gingen we de Cañon del Colca in, waar we uiteindelijk 10 dagen zijn geweest. Het eerste dorpje daar was Chivay, en op 3600 meter hoogte was dat een hoogte- en koude klap! De bus vanuit Arequipa gaat over een pas van meer dan 4000 meter hoogte, tijdens de rit kregen we door die hoogte hoofdpijn. ’s Avonds vriest het er, en als je je dan bedenkt dat de hostelkamers geen verwarming hebben, kan je je voorstellen dat we het behoorlijk koud hadden. We hebben dan ook heel wat coca-thee gedronken. Dat schijnt goed te zijn tegen hoogteziekte, en is uiteraard lekker warm. En zo zaten we in bed, met de pas gekochte mutsen en sjaals, aan de coca-thee.

 

Dobberen in heet water met grandioos uitzicht

Maar het kan ook lekker warm zijn in Chivay
Was het ’s avonds koud, overdag scheen de zon gegarandeerd. En de dichtbijgelegen heetwaterbaden zijn de lekkerste die we tot nu toe hebben bezocht. En wat een uitzicht! Lachende locale schoonheidDie heetwaterbaden kwamen toen als geroepen voor mijn rug. Twee dagen lang hebben we in het warme water gedobberd, het leven kon slechter. Dat vond kennelijk ook de fraaie dame rechts op de foto. Samen met een stel vriendinnen zat ze ’s ochtends in het park van de zon te genieten. Ze knoopte haar truitje open om te tonen dat zij, net als haar vriendinnen, ook de fraaie traditionele kleding droeg.

 

Uitzicht over oude Inca-terrasveldenWandelen door oude inca terrasvelden
Nadat de ergste pijn in mijn rug weggetrokken was, hebben we de omgeving verkend. In de hele cañon zijn door de oude Inca’s (500 jaar geleden) terrasvelden aangelegd voor de landbouw. En die terrasvelden worden nu nog steeds gebruikt. Het levert een zeer fraai landschap op.

Zie het fotoalbum van Chivay.

 

Cabanaconde
De Cañon del ColcaNa Chivay bezochten we Cabanaconde. Op 3200 meter hoogte iets minder koud, het was er net even iets lekkerder. En het hostel had een restaurant met open haard, dus ook dat was beter geregeld. We zouden direct de volgende dag een 2-daagse wandeling gaan maken, naar de oase, diep in de cañon. We kwamen echter een nederlander tegen, Gerard, die die avond toevallig zijn 45e verjaardag bleek te hebben. En dat hebben we, zitten voor het haardvuur, met z’n 3-en, uiteraard even gevierd. De volgende dag werd daardoor dus uitgeroepen tot El Paraiso, waarna we 3 uur omhoog moeten klimmenrustdag. Maar de dag daarna zijn we toch echt vertrokken naar “El Oasis”. El Oasis ligt onderin de cañon, anderhalve kilometer lager dan Cabanaconde. Wij kozen voor de langere wandeling, zodat we na een dag wandelen onderin de cañon aankwamen. In rieten hutjes hebben we er overnacht, en de volgende ochtend in het fantastische zwembad, iedere dag vers gevuld met rivierwater, lekker gezwommen. Maar na dat genot moesten we wel de 1,5 kilometer omhoog klimmen, terug naar Cabanaconde. We wenden kennelijk toch langzaam aan de hoogte, want de tocht ’s viel enorm mee. Het was best zwaar, maar we hadden het zwaarder en zeker heter verwacht, hier op de zonzijde van de cañon. De glühwein die we ’s avonds in het hostel nuttigden  hadden we verdiend, vonden we. Zie het fotoalbum van Cabanaconde.

Cruz del Condor
Condor bij het Cruz del CondorDe volgende ochtend was het tijd voor een absoluut hoogtepunt van ons bezoek aan de Cañon del Colca, condors. De bus naar het uitzichtpunt Cruz del condor zit vol toeristen, die allemaal hopen op wat ze ook van anderen gehoord hebben. Enorme condors, 3 meter spanwijdte, die boven je hoofd cirkelen. Helaas moesten sommige toeristen te vroeg weg, sommigen omdat de bus terug naar Arequipa op ze stond te wachten, anderen omdat ze in een tour zaten die te weinig tijd had. Want toen een groot deel van de toeristen al weg was begon het mooiste. Tot die tijd zweefden de condors relatief ver weg van ons hun cirkels, maar op later kwamen ze steeds dichterbij. En dat is een onvergetelijke beleving, die grote vogels boven je hoofd te zien zweven. Je zag ze aankomen, en dan vroeg je je af wanneer je je foto moest schieten, want als je te lang wachtte was hij te dichtbij om nog op de foto te passen. Onvoorstelbaar….. mocht je naar Peru gaan, reserveer dan voldoende tijd voor “Cruz del Condor”. Zie het fotoalbum van het Cruz del Condor.

Verdere plannen
Na Arequipa zijn we snel naar Lima terug gegaan, want… onze kampperuitrusting was aangekomen. Die hebben we uiteindelijk ook in handen gekregen, maar dat kostte weer aardig wat overredingskracht om door de bureaucratische processen heen te komen. Maar uiteindelijk hebben 7 man van het postkantoor zich met ons pakket bemoeit en konden we het in ontvangst nemen. In Lima zijn we ook nog een oude bekende tegengekomen, Pim Ruitenbeek, een vroegere collega van ons die momenteel ook door Zuid Amerika trekt. Maar daarover volgende keer meer. Nu gaan we met onze kampeerspullen richting de bergen van de Cordillo de Blanco, kamperen, trekken etc. We hebben er zin in. Tot ziens!

Beregezellige ontmoeting met Pim in LimaEindelijk hebben we “el Pimo”, oftewel ex-(Logica)CMG-collega Pim Ruitenbeek ontmoet. Hij reist een jaartje door Zuid-Amerika, en via de mail en via elkaars website (welke reiziger kan tegenwoordig nog zonder…) hielden we elkaars lokatie in de gaten. Pim bleef special voor ons iets langer in Lima zodat we daar 2 reuze gezellige Holland-dagen hebben gehad. Na Pim zijn we snel Lima uitgevlucht, naar de gezonde bergluchten van de Cordillera Blanco, Peru’s outdoor gebied bij uitstek.

Het was bijzonder, weer iemand uit het oude Nederland te ontmoeten. Pim en ik hebben zo’n 8 jaar bij elkaar in het team bij CMG (nu LogicaCMG) gezeten. Zo’n 22 maanden geleden namen we afscheid van elkaar, en dan zie je elkaar weer in Lima, Peru. Wij kwamen ’s ochtends aan in het hostel waar Pim verbleef, en Pim snurkte nog lekker. Het gezicht van Pim, de minutenlange verbijstering en onbegrip op zijn gezicht, toen we hem wekten, zullen ons voor altijd bijblijven. Maar daarna werd Pim toch echt wakker en hebben we met z’n drieën ontbeten met uitzicht over Lima en hadden we daarna 2 super-gezellige dagen. We moesten erg lachen, zoals Pim het treffend omschreef op zijn site:

Gezellig potje bier in de keuken van het hostel“Daarna was het al snel ouderwets gezellig zoals ik Bas en Eelco ken. Gelukkig staan zij na al die reiservaringen nog met beide benen op de grond en zijn zij niet veranderd zoals je sommige reizigers om je heen ziet veranderen. Eelco heeft geen lange baard met kraaltjes erin, geen dreadlocks, geen wereldbol op zijn rug getatoeëerd en verdient niet zijn geld met het jongleren of vuurspuwen bij stoplichten. Bas houdt zich evenmin bezig met het maken van handycrafts en Yoga en is niet vol behangen met schelpenkettingen en samen lopen ze niet de gehele dag op flip-flaps. Kortom, Bas en Eelco zijn gelukkig nog steeds Bas en Eelco en Pim is nog steeds Pim. En daarom was het zo gezellig met hen in Lima. Samen hebben we twee dagen opgetrokken. Natuurlijk veel reisverhalen uitgewisseld en ´s avonds in de kroeg elkaars Salsa kunsten op de proef gesteld. Maar ook, zo ver en lang van huis van familie en vrienden, in de keuken van het hostel tijdens onze zelfgemaakte Hollandse rijsttafel met pindasaus genoten van de muziek van Andre Hazes, Jiskefet en Hans Teeuwen. Een bijzonder Nederlands avondje.”

Een groen stuk van de Canon del PatoHet was na die 2 dagen raar om weer afscheid te nemen, het was zo “normaal” om elkaar weer te zien, of die 22 maanden er niet waren geweest. Maar… onze paden scheidden elkaar in Lima: Pim, bedankt en tot ziens! De foto´s van de ontmoeting staan in een subalbum van het Lima album.

Op naar de Cordillera Blanca
Dit berggebied, genaamd de Cordillera Blanca, is niet groot qua omvang, maar wel in wat het te bieden heeft. Het is namelijk slechts 20 Km bij 180 Km groot, maar heeft meer dan 50 bergtoppen van boven de 5700 meter. Ter vergelijking, Noord-Amerika heeft er maar 3, Europa geen, en alleen Azie heeft hogere bergtoppen dan hier in de Andes (bron: Lonely Planet Peru). Het is niet voor niets hét outdoor en adventure centrum van Peru. En nu we onze tent, slaapzakken en matjes hadden ontvangen vanuit Nederland zijn we met kloppend hart richting de Cordillera Blanca vertrokken. De reis er naar toe ging door de Cañon del Pato. Zie de foto’s hiervan in het Cañon del Pato album, waarin ook nog diverse foto’s van ons verblijf in Caraz.

Eerst een oefentrektocht naar de Laguna Parón
Ons uitzicht vanuit de tent, kamperend bij Laguna ParónWe hadden ons gesetteld in Caraz. De meeste toeristen verblijven in Huaraz, maar Caraz stond ons meer aan. Rustiger, minder toeristischer, en dichter bij de trekkings die we willen gaan doen. Informatie hierover kregen we van Alfredo van Pony Expeditions. Tijdens zijn verhaal gooide hij er echter steeds nederlandse woordjes tussendoor, b.v.: “Para este, necesitan ezeldrijvers”. Wat bleek, hij had 3 jaar in Nederland gewerkt. Het was dus erg gezellig, om met deze Peruaanse Nederlander te babbelen. We kochten een kaart met daarop 2 geschikte trektochten die je zonder gids kan doen. De ene was de “beroemde” Santa Cruz – Lagunas Llanganuco trek. Deze duurt 3 à 4 dagen. De andere was een kortere wandeling, 2 dagen/1 nacht, naar Laguna Bas en Eelco bij Laguna ParónParón. We besloten eerst deze kortere te doen, dan konden we mooi onze uitrusting testen, en onze lichamen laten aclimatiseren op de hoogtes. Want geloof me, een wandeling op 3500 meter hoogte is heel wat anders dan op zeeniveau. En het was maar goed ook dat we deze oefentocht eerst deden. We moesten ongeveer 1 Km stijgen (van 3200 naar 4200 meter hoogte) en we zaten HELEMAAL stuk. We deden er 5 uur over, maar we wilden en konden niet meer verder. Het was er bovendien al om 3 uur hartstikke koud, want de zon verdween achter de bergen. We hebben snel een soepje gemaakt en zijn daarna al om 19:00 onder het dons verdwenen. De volgende dag besloten we nog niet terug te gaan, maar wat rond het meer te wandelen. We hadden namelijk ook nog eens veel te veel eten, nog een leerpunt van deze oefentocht. Zie de foto’s in het Laguna Parón album.

Eelco stoer aan het klimmen, op 40 cm hoogteEelco doet een steilewand klim cursus
Door de felle zon, maar ook koude en droge lucht had Bas veel last van haar lippen gekregen, zelfs zoenen was uit den boze. Nu had ik een leuke cursus gezien, 3 dagen steile wandklimmen, die Bas niet zo zag zitten. Dus ben ik alleen naar deze cursus gegaan, zodat Bas in het hostel kon blijven en haar lippen kon laten herstellen. En ik heb genoten! Het was er wederom ijskoud ’s nachts, maar overdag scheen een lekker zonnetje en waren we 3 dagen lang letterlijk “in touw”. We leerden diverse knopen, die oefenden we in het gebruik op een oefenrots, en daarna was het voor het echie. En dat is toch wel eng. Daar hang je dan, 15 a 20 meter boven de grond, en dan moet je je eigen leven vertrouwen aan de knopen die je zojuist in wat touwtjes gelegd hebt. We leerden ook een zogenaamd anker aan te leggen. Welke moet ik nou losmaken??????Dan klim je als eerste omhoog, en moet je om de meter je veiligheidslijn inhaken aan een ring in de rots. Mocht je dan vallen, dan val je maximaal 2 meter, nog steeds niet leuk, maar beter dan de volle hoogte naar beneden kletteren. Boven aangekomen maak je dan het “anker”, een lint met karabijn/musketon, waaraan straks de anderen volledig gezekerd naar boven kunnen klimmen. En het moment dat je dan jezelf losmaakt, en aan je zelf gefabriceerde anker toevertrouwd is een toch wel even slikken! Tien keer goed kijken welke karabijnen je nu los maakt, en welke je vast laat zitten. Maar het ging perfect, en dat was toch wel even kicken! Meekicken kan in het fotoalbum van het steilewand klimmen.

De beroemde Santa Cruz trektocht, helaas met slecht weer
Laguna Llanganuco OrgoncochaDeze trektocht, van 3 a 4 dagen, is enorm populair. Het is een relatief eenvoudige trektocht, die veel toeristen georganiseerd doen. Dan betaal je zo’n 100 dollar, en wordt je bagage door ezels gedragen, wordt je tent opgezet, wordt er voor je gekookt en hoef je zelf dus alleen maar te lopen. Leuk, maar wij vinden het veel spannender om dit zelf te doen. Wij Kamperen in de bergensleepten dus zelf onze rugzak de 4700 meter pas over, met daarin ons tentje, matjes, slaapzakken en eten voor 5 dagen. De tocht is zo mooi vanwege de onbeschrijvelijke uitzichten over de diverse besneeuwde bergtoppen. Helaas hadden we pech me het weer. Het hoort nu, in de zomer, een strak blauwe hemel te zijn. Maar wij hadden wolken, wolken en af en toe regen. De uitzichten waren absoluut prachtig, en af en toe gaven de wolken even een glimp prijs van hoe het zou kunnen zijn, maar het had veel mooier kunnen zijn. Maar evengoed een fantastische ervaring, dus kijk snel in het Santa-Cruz trekking album!

Verdere plannen
Na al dit outdoor-geweld gaan we Caraz verlaten. Wie weet gaan we vanuit Huaraz nog een ijsklim excursie doen, maar dat hangt van het weer af. Daarna gaan we langzaam richting het zuiden, via de Central Highlands richting Cuzco.

Groeten, Bas en Eelco

 

Bas heeft al een hekel aan stijgen, maar als het dan ook nog hagelt.....De afgelopen anderhalve week zijn we dwars door de centrale hooglanden van Peru gereisd. Deze hooglanden zijn één van de minst toeristische gebieden van Peru. Dat komt zware gevechten in het verleden, maar ook door de slechte infrastructuur en het ruige berglandschap. Reizen hier is dan ook niet even gemakkelijk als door de andere gebieden, maar wel zo anders en interessant! Hoewel Bas over dat laatste wat anders dacht, zoals je op de foto ziet. Bas heeft een grondige hekel aan omhoog wandelen, maar als het dan ook nog eens gaat hagelen……. Lees hieronder over lange achterbankritten, culinair genot, onze treinreis en onze fijne wandeling naar een verlaten mijn.

Onderweg van Huaraz naar HuallancaVijf uur met z´n vieren op de achterbank
In de centrale hooglanden is het vervoer absoluut niet ingericht op toeristen. De meeste bussen rijden ’s nachts. Bijvoorbeeld vanuit Huánuco naar Huancayo is 5 uur, en de bus vertrekt dan 10 uur ’s avonds. Fijn, dan kom je dus echt midden in de nacht in een wildvreemde stad aan, niet echt handig. Bovendien zie je dan ook nog eens niets van het landschap, en dat was toch één van de redenen waarom we hier zijn! Er is dan nog een andere optie, met de auto. Er rijden tussen de steden gewone personenauto’s, en die vertrekken zodra er voldoende passagiers zijn. En voldoende passagiers is hier vaak iets anders dan bij ons in NL Standaard gaan er twee passagiers voorin, waarbij er een lekker op de handrem mag zitten. En achterin past het makkelijk met zijn vieren! En dan dus uren lang hobbelen over slechte wegen. Je begrijpt, het is verrukkelijk reizen zo. In La Union hadden we uitdrukkelijk gevraagd hoeveel mensen er achterin zouden zitten, drie Na de achterbankrit vonden we een erg fraai, klassiek hotel in Huanucomaximaal hadden ze gezegd. De auto arriveerde, we deden onze rugzakken in de kofferbak, en namen plaats achterin bij een man die er al zat. Hij bleek echter de helft van een echtpaar dat in Huánuco naar het ziekenhuis moest. Zijn vrouw wilde ook achter instappen, maar wij weigerden op te schuiven. Wij waren niet van plan 5 uur lang met z´n vieren op de achterbank gepropt te gaan zitten, zijn vrouw was namelijk niet de slankste.  De chaufeur vroeg ons toch op te schuiven, maar wij weigerden, met de vermelding dat ons uitdrukkelijk gezegd was dat we maar met z´n drieën achterin zouden zitten. De chaufeur toonde vervolgens een prachtig staaltje van conflictbeheersing. Hij stapte uit, liep een rondje om de auto, stapte weer in en ging zitten zwijgen, hopend dat het probleem zichzelf zou oplossen. De man naast ons spoorde hem met “habla joven” (spreek, jongeman) aan om het probleem op te lossen. Maar dat deed hij niet. Uiteindelijk vroeg de mannelijke helft van het echtpaar ons of het goed was als zij bij elkaar op schoot gingen zitten, zodat wij onze ruimte zouden houden. Wij zijn de beroerdste niet, en zo heeft hij 5 uur lang bij haar op schoot gezeten, hoofd ingetrokken, hobbelend over de slechte wegen tussen La Union en Huánuco. Foto’s zijn we vergeten te maken van dit fijne ritje. Wel hebben we foto’s van het uitzicht tijdens de rit naar La Union, en van onze eindbestemming van de achterbankrit, Huánuco.

Peruaanse culinaire uitspattingen
Pachamanca, een enorme berg vlees
Peru is voor ons het eerste land waar we de “plato tipico”, oftewel de typische gerechten van het land, de moeite waard vinden. Tot nog toe kwamen we niet verder dan kip met rijst en patat, of gefrituurde vis met rijst en patat of … vul maar in, alles wordt gefrituurd en geserveerd met rijst, patat en salade. Maar hier in Peru zijn het echt gerechten, andere manieren van bereiden en combinaties van ingrediënten. In Huánuco zijn we naar een goed restaurant gegaan en hebben daar o.a. PachaManca gegeten. Wat een enorme berg vlees kregen we daar. Spaghetti met Papa a la Huancaina, de specialiteit van Huancayo Bijzonder lekker vinden we Papa a la Huancaina. Een aardappel (of een bol puree) met een soort kaassaus met een ei en een olijf. Een lekkerer snack is Papa Rellena, een gefrituurde bol aardappelpuree gevuld met ei of vlees. In Ayacucho hebben we andere bijzondere gerechten gegeten, waaronder Cuy Crocante. Cuy is cavia, een delicatesse volgens de lokalen hier. Wij vonden het echter niet bijzonder, bovendien was het veel werk voor weinig vlees. Verkoop van warme Ponche in HuancayoWe aten ook Puca Picante, lekker vlees in een pindasaus, anders dan onze saté saus, maar erg lekker. Bijzonder hier in Peru is dat in elke stad en dorp het brood weer anders is. In voorgaande landen was het brood in het hele land zo ongeveer hetzelfde. Maar hier niet, elke keer weer een verassing, soms positief, soms negatief, maar altijd weer een verassing. Ook zien we vaak weer andere dranken en hapjes op straat te koop. Zo kochten we in Huancayo bij een dame lekkere warme Ponche, een rijstemelk met gezoete opgeklopt eiwit en een toefje kaneel. Naast haar stond een vrouw een soort zoete bapau te verkopen. We hebben het helaas nooit meer ergens anders gevonden. En vanmiddag (we zitten in Cuzco) gaan we op het plein om de hoek eten, daar houden lokale dames een culinaire markt om geld bij elkaar te sparen voor de ontwikkeling van de buurt. We hebben al even polshoogte genomen en het ziet er erg goed uit!

Toetjes op de Feria Dominical in HuancayoDe Feria Dominical in Huancayo
Elke zondag wordt er in Huancayo, waar we na Huánaco heengingen, een enorme markt gehouden. Een markt met van alles en nog wat. Niet speciaal gericht op toeristen, want die zijn er niet veel. Natuurlijk zijn er wel Mooie oude dame op de Feria Dominical in Huancayosouveniers te koop, maar ook traditionele kleding voor de Peruanen zelf, moderne kleding, ezelvet tegen botpijn, matrassen, groente en fruit, houtsnijwerk, etc, etc, etc, en natuurlijk weer voldoende voedsel. Lekker toetjes, versgebraden varkensvlees, te veel om op te noemen en op te eten. Het was ook een mooie gelegenheid om de mensen zelf op de foto te zetten. Dus zit het fotoalbum van Huancayo vol met foto’s van mensen en produkten op de Feria Dominical van Huancayo.

Vanuit Huancayo hebben we ook nog een bezoekje gebracht aan Concepción, waar we een oud klooster hebben bezocht. Het mooiste gedeelte was helaas gesloten voor restauratie. Hebben wij weer, een dag reizen en wachten en dan is het mooiste niet te zien. Het was evengoed bijzonder. Zie het fotoalbum van Concepción.

Bas in de buffetklasse van de trein naar HuancavelicaMet de trein naar Huancavelica, waar Bas lekker heeft gewandeld!
De voornaamste reden voor ons om naar Huancavelica te gaan was omdat dat per lokale trein kan. Voor 13 Sol (iets meer dan 3 euro) zit je 5 uur lang in buffetklasse. Net echt poepchique, maar je kon er eten en het was er erg gezellig, met prachtig uitzicht. We spraken o.a. met een gepensioneerd mijnbouwingenieur en een architecte die naar haar werk ging (5 uur reizen!!!). We dachten na aankomst nog ruim de tijd te hebben voor een wandeling de bergen in, naar Santa Barbara, waar een oude De oude mijn met hagelSpaanse mijn ligt. De mijn is in 1976 gesloten, maar de gebouwen etc zijn nog te bezichtigen. We vertrokken met mooi weer, en het was een flinke klim. Maar het begon steeds meer te betrekken, donkere wolken pakten zich samen boven ons. En toen we hijgend bij de mijn waren aangekomen begon het zelfs te hagelen. Bas haar humeur wordt vaak met elke 100 meter stijgen een graadje slechter, maar toen het ook nog begon te hagelen had ze het helemaal gehad. Gelukkig brengen mijn leuke grapjes haar altijd weer snel op de been…… Na een snelle bezichtiging van de gebouwen en een gesprek met lokale werklui die het kerkje aan het restaureren waren zijn we met een zandstorm in de ogen snel naar beneden gelopen. Bas ging rennend….. Heb ook lol in het fotoalbum van Huancavelica!

Straatbeeld Ayacucho, met de Arco de Independencia op de achtergrondLaatste etappe door de Centrale Hooglanden
De laatste halte in de Centrale hooglanden was Ayacucho. Na Cuzco, de tweede mooiste stad van Peru. Maar door het ontbreken van het massale toerisme heeft het nog zijn autentieke karakter bewaard. En het is dat ons visum voor Peru langzaam het einde nadert, anders waren we er langer dan 2 nachten gebleven. Mooie kaasverkoopster op de markt van AyacuchoEen leuke stad, vriendelijke mensen, en de mooiste kaasverkoopdame die we ooit gezien hebben. En in tegenstelling tot hier in Cuzco, waar we nu zitten, wordt er dan geen geld gevraagd. Een genot om daar te zijn. Zie het fotoalbum van Ayacucho, waarin ook de foto’s van de 2 daagse reis van Ayacucho naar Cuzco.

In de buurt van Ayacucho ligt het dorpje Quinua. Daar heeft bijna elk huis bovenop het dak een miniatuurkerkje, huisje, koeien of een ander keramiek iets. Het is een oud gebruik, uniek voor deze streek, en dient om de bewoners en het huis te beschermen en om aan te geven wat hun beroep is. In diverse winkels kan je deze miniaturen kopen, van klein tot groot, van serieus tot ondeugend (zie het fotoboek van Quinua). Ik werd er erg in de verleiding gebracht om zo’n miniatuur te kopen als uniek Miniatuurhuizen op de huizen in Quineasouvenier. Maar zoals gewoonlijk wil ik dan een grote, en tja, die wegen wel erg veel om mee te sjouwen of op te sturen.

Verdere plannen
Na 2 dagen reizen zijn we eergisteren aangekomen in Cuzco, toeristentrekplaats nr 2, na nr 1, de Machu Pichu. We gaan hier uiteraard de stad bekijken en de diverse Inca ruïnes, waaronder de Machu Pichu. We dachten nog een trekking te gaan doen om de Ausangate berg heen, maar daar hebben we geen tijd meer voor. Dus na Cuzco gaan we waarschijnlijk  direct door naar Puno en Lake Titicaca om dan uiterlijk 29 augustus Peru te verlaten en Bolivia binnen te gaan. We vervelen ons dus nog steeds niet!

Groeten,
Bas en Eelco

Bas en Eelco, met zicht op Machu PicchuDé topattracties van Peru zijn de stad Cuzco, de ruïnes van Machu Picchu en het hoog gelegen Titicaca-meer. En na 2,5 maand Peru hadden we alleen nog maar relatief onbekende delen van Peru bezocht. Maar eindelijk, we hebben nu 2 van deze locaties bezocht: Cuzco en de Machu Picchu.

Van te voren waren we gewaarschuwd voor het enorme verschil met de rest van Peru. Tot nu toe viel ons het toerisme en bijbehorende negatieve aspecten (zoals bedelen, agressieve verkoop, en verdwenen autenticiteit) enorm mee. We ontmoetten overal vooral aardige mensen, vriendelijke verkopers en voldoende niet-toeristische plekken. Maar nu gingen we toch echt naar de toeristische trekkers van Peru, dus met lichte gereserveerdheid kwamen we aan in Cuzco.

Cuzco valt reuze mee!
Straatje van ons hostelTuurlijk, er lopen veel toeristen. En er zijn veel op toeristen toegesneden faciliteiten, gezellige restaurants (peruanen zelf eten bij TL-licht), goeie kroegen en disco’s en volop toerbureaus. Je wordt de restaurants haast ingesleurd en overal op straat staan mensen ansichtkaarten, gebreide artikelen en nog veel meer te verkopen. En uiteraard ook hier en daar wat gebedel. Maar, uiteindelijk valt het ons reuze mee, en is het gewoon een erg mooie stad met nog steeds erg aardige bewoners. We genieten! We hebben een leuk hostel gevonden met een zalig bed in een mooi straatje (zie foto hiernaast) en niet eens duurder dan in de rest van Peru. En ook restaurants en winkels vallen qua prijs enorm mee, pfff wat een opluchting!

Wat niet meevalt zijn de prijzen die ze voor bezienswaardigheden vragen. Ze hebben hier een Boleto Turistico, je betaalt één bedrag en mag dan alle bezienswaardigheden in. Echter, dat laatste was vroeger zo. Nu zijn de kerken er niet meer bij, en ook de meest interessantste musea zijn er uit gehaald. Op de Boleto staan nu nog zo’n 2 tot 4 echt interessante dingen. De rest bleek ronduit teleurstellend, musea met amateuristisch gepruts, slecht onderhouden mirador, of gewoon een gallerie waar de schilderijen te koop hingen. Voor de boleto hadden we al zoveel betaald (40 euro met zijn 2en), dat we deze cententikkers niet wilden belonen nog eens extra voor de kerken en musea te betalen, want die waren ook weer aardig aan de prijzige kant. Maar gelukkig heeft Cuzco voldoende “gratis” charme door zijn smalle straatjes, karakteristieke huizen en pleinen dat de geldkwestie ons plezier er niet heeft bedorven. Ook worden er veel parades gehouden, unieke mogelijkheden voor het schieten van mooie plaatjes. Zie het fotoalbum van Cuzco.

Grappig is overigens dat we hier voor het eerst “echte” Peruaanse muziek horen, althans, wat wij in Nederland als Peruaans bestempelen, je kent dat wel, panfluit etc. In de rest van Peru hoor je die muziek totaal niet! Denk daar maar eens aan als je b.v. in Amsterdam in zo’n leuk Peruaans restaurantje zit. Daar is niets “echt” Peruaans aan. Echt Peruaans is TL-licht en een soort aziatisch-achtige muziek met harp. Niks panfluiten!

Pisac en Saqsaywaman
Perfect strakke muren in PisacDit zijn 2 Inca ruïnes in de buurt van Cuzco, en voor deze 2 ruines hadden we de Boleto Turistico gekocht. Duur, maar absoluut de moeite waard. Pisac zelf is ook een dorp, met een leuke (toeristische) markt, omringd door gringo-eettentjes en cafeetjes. De ruïnes zelf liggen buiten het dorp, hoog in de bergen. Het is een prachtig gesitueerde site, waar we vooral onder de indruk waren van de onvoorstelbaar strakke muren die de inca’s hebben gebouwd. Naadloos passen de stenen in en op elkaar, niets is standaard, elke steen is anders, maar het past Enorme keien in Saqsaywamanperfect! En niets geen cement, gewoon strak op elkaar! Datzelfde zie je in Saqsaywaman, een ruïne op loopafstand van Cuzco. Alleen zijn daar de stenen even een tandje groter, groter dan mensen. Hoe hebben ze die stenen daar gekregen, en hoe hebben ze dat, 5- a 600 jaar geleden zo nauwsluitend weten te krijgen. Een raadsel, maar een genot om naar te kijken en aan te raken.

De muren van Saqsaywaman (spreek uit: Sexy woman, met een zwaar jamaica accent, dan zit je er aardig in de buurt) vormen overigens de tanden van een jaguar. De inca’s hebben de stad Cuzco namelijk de vorm van een Jaguar gegeven, waarbij Saqsaywaman de tanden vormen. Het is maar dat je het weet!

Zie de fotoalbums van Saqsaywaman en Pisac.

En toen dus hét topstuk, de Machu Picchu
Het is voor vele toeristen dé reden om naar Peru, of zelfs Zuid Amerika te komen. De verloren Inca-stad Machu Picchu. En dat weet de Peruaanse regering ook. Alles wat naar Machu Picchu (MP) ruikt is enorm prijzig. De toegang is 1 augustus met 50% verhoogd naar 30 euro. De Inca-trail lopen naar de MP toe kost al snel zo’n 500 dollar voor 4 dagen! En dan moet je nog steeds zelf lopen! Een andere manier om er te komen is de trein, maar het goedkoopste retourtje kost 44 dollar (3 uur trein). Een onvoorstelbaar bedrag voor een land waar openbaar vervoer normaal gesproken 3 a 5 sol (1 eurot) per uur kost. De peruanen zelf vinden het ook onvoorstelbaar. De verantwoording voor deze hoge prijzen is dat de MP en de Inca Trail beschermd moeten worden tegen overbezoeking. En kennelijk vinden ze dit marktmechanisme het juiste middel. De geruchten gaan dat de MP nog veel duurder gaat worden. We zagen dat de Inca-trail vooral door toeristen wordt gedaan waarbij het in de tour zit, op die manier zie je natuurlijk niet hoeveel het kost. En eerlijk is eerlijk, als je vanuit Nederland dit soort dingen boekt, zijn de bedragen niet eens zo raar (wat kost een retourtje Zaandam Amsterdam tegenwoordig?). Maar voor ons “soort” reizigers zijn de prijzen exorbitant.

Dus… hoe komen we bij de MP? Gelukkig bleken er andere manieren. We hebben 2 verhalen gecombineerd. Er blijkt namelijk een manier om voor 8 dollar bij de MP te komen. Het gaat met de bus via 2 plaatsjes die niet of nauwelijks op de kaart staan, dan moet je met een kabelbaan over een rivier, dan met een truck naar een lokatie waar de trein langs komt, en van daar loop je 2 uur. En dan ben je in Aguas Calients, het dorp onderaan de MP. Het klonk ons goed in de oren. Maar nog beter klonk het verhaal van 2 broers die we in Centraal Amerika waren tegen gekomen. Zij waren lopend gegaan, en hadden andere Inca trails gevonden en gekampeerd op de ruïnes. Wij hebben verhaal 1 en 2 gecombineerd en hebben zo dus onze eigen Machu Picchu tour gevormd. En het was geweldig!

Eerste halte, Ollantaytambo
We eten goed op de markt, gevulde aardappel, spareribs met aardappel, verse jus en een rijsttoetjeVanaf dit plaatsje vertrekken de treinen naar de MP. Wij hebben er overnacht en verdere informatie ingewonnen over onze route. Er bleken overigens nog leuke ruïnes te zijn die, jawel, ook op onze Boleto Turistico stonden. We maakten hier goed kennis met het massa-toerisme van de toers door Peru. Grote groepen toeristen met gids met vlaggetje. Erg leuk om te zien. We hebben ook gelachen met een groep lokale toeristen, vrouwen in redelijk traditionele kleding die ook op vakantie waren. Sommige spraken niet eens Spaans, maar vonden het evengoed leuk om met ons te babbelen. We waren verbaasd over het voortreffelijke eten op Bas in de heet water baden van Santa Terezade souveniersmarkt. Er zaten vrouwen met klaargemaakt eten en het kostte bijna niets. Er waren helaas weinig toeristen die dit aandurfden, slechts de lokale toeristen aten er. Wij hebben er ook perfect gegeten: Papa Rellena (aardappelpuree, gevuld met ei en groenten en gefrituurd), verse jus, aardappel met sparerib en een rijsttoetje toe. Kosten 1euro! Smul mee in het fotoalbum van Ollantaytambo.

Verder via landverschuivingen en heet waterbaden
Vanaf Ollantaytambo ging het verder met de bus. De busrit duurde echter wat langer dan gepland. Hevige regenval en hagelbuien zorgden voor diverse stops vanwege landverschuivingen. We mistten daardoor onze aansluiting in Santa Maria. Maar we vonden er een goed hostel, maar moesten de volgende ochtend wel om 3 uur op voor ons busje naar Santa Tereza! Dus nog half slaapdronken hobbelden we door een donker Peru naar Santa Teresa. We wisten dat daar goede heet waterbaden waren, dus na een ontbijt van pannekoeken zijn we daarheen gegaan. Het was er mooi, het water was lekker, maar wat een stekebeesten. Na even omkleden zaten mijn benen vol met beten van kleine vliegjes, waar ik nog dagenlang “plezier” van heb gehad.

Een vrachtwagen vol kinderen met tandenborstels
Zo gingen wij ook op handkracht de rivier overIn Santa Teresa moesten we met een handbediende kabelbaan de rivier over. Daarna was het een uurtje wachten op een vrachtwagen die ons naar de één na laatste halte zou brengen. De vrachtwagen ging langs een kliniekje waar kinderen werden voorgelicht over tandenpoetsen. Het geheel werd gesponsord door Colgate, en vele kinderen gingen mét tandenborstel ook de vrachtwagen in. De truck bracht ons naar Hydro Electrico, een krachtcentrale, waar vandaan wij lopend het spoor naar Aguas Calientes volgden. En geloof ons, lopend over bielzen is niet prettig. Dodelijk vermoeiend. De foto’s van de trip zo ver staan hier in het fotoalbum.

Overal terrasjes voor de hongerige toeristenAguas Calientes, Gringo-disneyland
We raakten op 1,7 Km van Aguas Calientes aan de praat met een spoormedewerker, hij vond het wel leuk dat mensen toch voor relatief weinig geld de Machu Picchu bereikten. We mochten de laatste 1,7 Km zelfs met de trein mee, dus gleden we even later Aguas Calientes in. Een Gringo-disneyland, zo omschreef een medereiziger Aguas Calientes. Het is een uit de grond gestampt toeristenoord. Maar… we vonden het best aangenaam! Volop panfluit en pizza restauran

Geplaatst onder