Rond 1900 werd het treinparcour over de “Nariz del Diablo”, oftewel de Neus van de Duivel, voltooid. Een ingenieurs-kunstwerkje, want er wordt per trein over een bergtop gegaan, te steil om er normale bochten in te leggen. De trein moet er dus zig-ziggend op en af. De route is al lang niet meer economisch rendabel voor het goederenverkeer waar het eens voor bestemd was. Alleen een klein stukje is overeind gebleven en wordt voornamelijk door toeristen gebruikt. Het biedt dan ook een unieke kans om bovenop de (lege) goederenwagonnen mee te mogen reizen over een uniek stukje rail-geschiedenis. We startten onze trip om 6 uur ’s ochtends, met regen…..
Eerst regen in Baños
Regen waren we ondertussen wel gewend. Vóórdat we onze treinreis begonnen hadden we namelijk 2 nachtjes in Baños gezeten. Baños is spaans voor badkamer, of douche. Een toepasselijkere naam was er niet, want het regende bijna continu, en de wolken hingen laag. Onze geplande 60 Km downhill fietstocht hebben we daarom lagen schieten. We hebben uiteraard nog wel even het dorpje rondgekuierd, met als hoogtepunt het rariteitenkabinet van de kerk. Wederom een heeeeel bijzonder museum. Het dorp is een echt outdoor-centrum en er wordt overal op straat live toffee gemaakt. Leuk om te zien, net als het museum, maar na 2 nachtjes gingen wij er weer vandoor, op naar de Nariz del Diablo! De foto´s van Baños staan hier.
Een erg gave treinreis over de Nariz del Diablo
We hadden nog heel even getwijfeld, want op internet stonden wat negatieve verhalen over de treinreis. Het zou gevaarlijk zijn, toeristisch, uiterst oncomfortabel…. Maar we gingen toch. Om zes uur ‘s ochtends stonden we paraat. Met een gehuurd kussentje klommen we op het dak van een goederenwagon. Het was koud (3200 meter hoog!) en miezerde een beetje. Maar die kou werd alleen maar erger toen we om 7 uur vertrokken. Het bleef miezeren en de trein ging niet hard, maar hard genoeg om het kouder te maken. Gelukkig klaarde het langzaam op liet zelfs af en toe het zonnetje zich zien. En wat een gave reis! Zo het landschap aan je voorbij zien trekken is wel erg gaaf. Onderweg werd een paar keer gestopt bij stationnetjes. Daar stond de lokale bevolking klaar met diverse breisels en brouwsels, alles om de toeristen weer op te warmen. Na het laatste station, Alausí, begint het dan spannend te worden, want de Neus van de Duivel komt er aan. De steile bergwand wordt dan al zig-zaggend afgedaald, want er is geen ruimte voor bochten. Met de huidige kennis en technieken waren er waarschijnlijk tunnels gemaakt, maar in 1900 was dit kennelijk de enige, maar daarmee ook unieke manier om de bergwand te bedwingen. Na elke zig worden de wissels weer omgezet om de zag weer voort te zetten. Eenmaal beneden wordt even gestopt, voor foto’s en een plaspauze, maar daarna gaat de trein direct weer terug, zig-zaggend de Nariz del Diablo weer op. De heenreis duurt zo’n 5 uur, maar de terugreis slechts 1 uur. De terugreis gaat namelijk niet verder dan Alausí, het laatste/eerste dorp. Daar stappen alle toeristen moe maar voldaan de trein af om met ander vervoer weer verder of terug te gaan. Wij gingen met de bus terug naar Riobamba waar we nog een nachtje bleven om de dag daarna verder te gaan naar Guayaquil. Zie de foto‘s in het fotoalbum van de Nariz del Diablo.
Guayaquil, springplank voor de Galapagos eilanden
Deze stad, de grootste van Ecuador, had niet op onze route gelegen als het vliegen naar de Galapagos hiervandaan niet het goedkoopst was geweest. Desondanks is de stad absoluut de moeite waard. Enkele jaren geleden schijnt dat wel anders te zijn geweest, want rond 2000 hebben ze de uiterst gevaarlijke buurten rond de rivieroevers omgetoverd tot een prachtige park c.q. flaneer-boulevard. Het heet Malecon 2000, en de Zaanse gemeente kan hier nog eens wat van leren voor zijn Zaan-oever project. Dit is nog eens een oever-project: wandelpromenades, bruggen, uitkijktorens, musea, winkels, tuinen, waterpartijen, echt prachtig. Goed aangelegd, goed onderhouden en continue bewaakt. Er is uiteraard een website: http://www.malecon2000.org/. Voor onze foto‘s kan je terecht in ons fotoalbum van Guayaquil.
Op naar de Galapagos
Zoals ik al zei, vanaf hier gaan we naar de Galapagos. Waar het grote deel van de toeristen een boottocht boekt, hebben wij besloten dat niet te doen. We hebben een veel goedkoper vliegticket gevonden (180 dollar i.p.v. 300), maar dat vliegt niet naar het hoofdeiland, maar naar San Cristobal. We gaan dus eerst zelf een tijdje rondkijken op dat eiland, om daarna met een boot naar het hoofdeiland te varen. Wellicht boeken we dan alsnog een (last-minute) boottocht, maar mogelijk houden we het op zelf-rondkijken, dagtochten en duik-trips. We zien wel. Voorlopig vliegen we dus morgen, 8 mei er naartoe, en vliegen we 25 mei weer terug. Maar die datum kan verzet worden, zowel naar voren als naar achteren. We vermoeden dat internet op de Galapagos niet aanwezig, of wel aanwezig, maar dan heel duur, is, dus waarschijnlijk horen jullie de komende 3 weken even niets van ons. Wel zo rustig! Dus tot over ongeveer 3 weken!
Boekentip – Verhalenbundel Latijnds-Amerika
We hebben zojuist een verhalenbundel gelezen die we van harte kunnen aanbevelen. Lees er meer over in ons korte artikel over de verhalenbundel Latijns-Amerika. Met name het 2e verhaal “Het gewicht van alle dingen” over de burgeroorlog in El Salvador sprak ons erg aan.
Groeten,
Bas en Eelco