El Salvador hebben we achter ons gelaten. En niet eens officiëel, want de grensovergang tussen Perquin (El Salvador) en Marcala (Honduras) wordt niet erkent door El Salvador, dus is er geen douane-post, dus krijg je geen exit-stempel. Op zich geen probleem, tenzij je straks nog een keer naar El Salvador wilt. De eerste stad waar we overnachten is Gracias (spaans voor bedankt, rare naam voor een stad). Gracias staat vooral bekend om zijn thermische baden en een cloud-forest (wolken-bos). Beiden hebben we bezocht, beiden was ook zweten geblazen. Op de foto hiernaast zie je één van de redenen van het zweten…
Zweten in de thermische baden
Een uurtje lopen vanaf Gracias (geen bussen beschikbaar) liggen de thermische baden. Het was daar lekker badderen in diverse baden van verschillende temperaturen. Voor ons een attractie, en wij waren ook weer een attractie. Want verder waren er geen buitenlandse touristen, en dan zijn twee van die grote blonde blanke mensen nog steeds een bijzonderheid. Bas werd door man én vrouw nagekeken als ze rondliep en Eelco had veel belangstelling van een groepje meisjes van 11 a 12 jaar. Teruglopen hoefde gelukkig niet, want we kregen al snel een lift terug naar Gracias. Hierdoor waren we weer nét voor de dagelijkse regenbui in onze kamer waar we op onze electrische kookplaat (jaja, je leest het goed) een eigen potje spaghetti hebben gebrouwen.
Zweten in de wolkenwoud
Zweten van geheel ander kaliber deden we in het Parque Nacional Celaque. Een wolkenwoud, zeer dicht begroeid, maar vol met riviertjes, watervallen, en mooie wandelpaden. In het woud kan je ook kamperen, maar omdat het hier regenseizoen is hadden we daar geen zin in. We stonden om 4:30 op om met de pickup naar het park te worden gebracht. Achterin een pickup zitten over een bijzonder hobbelige weg met rotsen en kuilen is géén pretje, auw! Het park was schitterend, met name het begin. Toen hadden we best spijt dat we er niet gingen kamperen, de muggen vielen ook best mee. Maar steeds hoger komend waren we blij dat we het als dagtocht deden. Het heet niet voor niets cloud-forest. Meestal is de beloning van het klimmen een waanzinnig uitzicht, maar hier zat je continu in de wolken. Geen uitzicht, geen beloning….. Wij hadden niet gepland om naar de top te gaan, ons te ver weg. Een oostenrijkse jongen die voor ons uit was gegaan heeft de top echter ook niet gehaald, het was namelijk niet te vinden. Ook wij zijn 3 maal het pad kwijt geraakt. En dat is waar ze enorm voor waarschuwen, want eenmaal van het pad af vind je het maar moeilijk terug. In 1998 is een nederlandse toerist (Marcel) waarschijnlijk verdwaald en nooit meer gevonden. Een hondureense wandelaar is ook verdwaald en dood terug gevonden. We waren blij met zijn tweeën te zijn. Één bleef op het pad bij het laatste lintje en de ander ging zoeken, zo konden we door roepen altijd nog terug naar het pad. De oostenrijker vond het niet altijd even leuk zo in zijn eentje. We hebben het 2e campement gehaald en zijn vanaf daar met de oostenrijker teruggelopen.
Na de tocht zijn we in het beste restaurant van Gracias (van een Nederlandse) gaan eten met uitzicht over heel Gracias. Na zo´n tocht smaakte dat perfect en ook het slapen daarna ging perfect. De dag daarna stonden we met spierpijn op om naar ons volgende stop te reizen: Santa Ana en daarna Copán. Dus daarover volgende keer meer. Alle foto´s zijn te vinden in het fotoalbum van Gracias.
Routeinformatie
Onze routes houden we bij op kaartjes. Die van El Salvador is ook weer bijgewerkt, en ook die van Honduras is er nu.
Adios amigos!
Bas en Eelco