Een nieuw land, een nieuw begin. En dat geldt niet alleen voor ons, maar ook voor de El Salvadoranen, die nu zo’n 13 jaar vrede kennen, maar waarbij die oorlog uiteraard nog vers in het geheugen ligt. El Salvador is geen toeristenparadijs. Het heeft geen highlights zoals omringende landen die wel hebben. Daardoor, en door het oorlog-image, gaan weinig toeristen naar El Salvador. Gevolg daar weer van is dat het voor ons juist interessanter is en we er dus juist graag heen gaan!
Verschillen met Guatemala
Na de grensovergang hebben we overnacht in Metapan en zijn daarna doorgegaan naar Las Pilas hoog in de bergen. Zo vers over de grens vallen de verschillen snel op. De bevolking is veel minder Maya-achtig. Veel meer afstammelingen van de Spanjaarden. De etnische zuiveringen hebben hier kennelijk meer succes gehad. Een ander verschil is het eten. Waar je in Guatemala vaak slechts tortilla’s, bonenpuree, kaas en gefrituurde kip kon krijgen is hier meer variatie. Ten eerste de Pupusa’s, tortilla’s maar dan met een vulling van bonen, kaas of een mix daarvan, erg lekker! Ook zijn Panes populair, goed gevulde broodjes. En de comedores (restaurants voor de gewone man) bieden hier vaak een comida a la vista. Dat betekent dat het eten in grote bakken in de vitrine staat en je dus als in een kantine kan kiezen wat je wilt: spaghetti, rijst, biefstuk, worst, gekookte groenten ec. Voor 3 euro eten en drinken we met z’n 2-en ons buikje rond, lekker! Doordat er hier minder toeristen zijn moeten we meer Spaans praten. Verder lijkt het bussysteem op het eerste gezicht gelijk aan Guatemala, maar er zijn toch degelijk verschillen. Het gaat minder hectisch, de spullen gaan minder vaak op het dak, en de mensen worden toch iets minder op elkaar gepropt. Maar net als in Guatemala is de bus nog lekker betaalbaar, ongeveer een halve dollar per uur. En ja, nog een groot verschil, we betalen hier met US Dollars! Ik weet nog niet preceis waarom, maar ze hebben hier de Dollar geadopteerd. Zal wel iets met devaluatie te maken hebben, en dat de (rechtse) regering graag bij Amerika wil horen, ondanks de verschrikkingen die hier met grote financiele steun van Amerika hebben plaats gevonden. In de 12 jaar oorlog heeft Amerika n.l. voor 6 bljoen Dllar de regering, en daarmee rechtstreeks de oorlog, gesteund.
Hoogste man en vrouw van El Salvador
In Metapán hebben we voornamelijk de was gedaan, daarover is dus weinig bijzonders te melden. Las Pilas daarna was een mooi klein bergdorp. We hebben er wat gewandeld, o.a. naar El Pital, het hoogste punt van El Salvador. Bij helder weer kan je over heel El Salvador kijken. Pech voor ons, want het is ondertussen regenseizoen, en dan trekt het al snel dicht. Ondanks dat we vroeg waren begonnen de wolken ons het uitzicht al te benemen. We waren in ieder geval wel even de hoogste man en vrouw van El Salvador!
Foto’s kan je hier bekijken.
Geen kunst!
Na de aanschaf van ons schilderij van Lorenzo Cruz in Guatemala lijkt het ons leuk om ook uit andere landen kunst aan te schaffen. In La Palma heeft Fernando Llort faam gemaakt met zijn eenvoudige schilderingen. Hij heeft zijn techniek geleerd aan zijn dorpelingen, en nu heeft 75% van de dorpsbevolking hier werk door. Ze schilderen het op van alles, muren, kerken, houten panelen, kruizen etc. Maar wij wilden een schilderij op doek, wat we kunnen oprollen. En dat was er dus niet! Ongelooflijk, maar waar, geen kunst dus. Misschien komen we het nog in San Salvador tegen, maar voorlopig moeten wij (en jullie) het doen met de foto’s die we in het dorp genomen hebben.
Chalatenango
Na onze mislukte missie wilden we naar een Jezuiten missiepost in de bergen, waar de strijd tussen de FMLN (voorheen de guerilla, nu een politieke partij) en het leger bijzonder hevig was, in het dorp Arcatao. Om daar te komen moet je eerst naar Chalatenango. Een niet bijzonder fraai dorp, maar toch nog leuk genoeg om er een heel album aan te wijden. Bijzonder is de enorme kazerne die midden in het dorp, aan het dorpsplein staat. Het leger had dat destijds nodig om de guerillas te bestijden die zich in de bergen hadden verschansd. Tegenwoordig is het een bijzonder bedrijvig plaatsje met veel winkels en straatverkoop.
Jezuiten en Tatus in Arcatao
Hoewel Arcatao omschreven werd als een bergdorp was het er bijzonder heet. Dat werd bijna elke middages gelukkig afgekoeld door hevige regen en onweersbuien waarbij standaard de electriciteit uitviel. We verbleven er in een Jezuiten centrum. Deze Jezuiten hebben tijdens de oorlog een belangrijke rol gespeeld bji het steunen van de bevolking tijdens de oorlog. We vielen midden in een presentatie van 2 locale vrouwen die aan een groep amerikaanse studenten vertelden over de gebeurtenissen in het dorp. De vermoorde Monsignieur Oscar Romano is er ook nog op bezoek geweest. Het dorp heeft ook een belangrijke rol gespeeld in het publiekelijk bekend maken van wat het regeringsleger voor gruwelijkheden uitvoerde. In 1992 is de vrede getekend en zijn de oorlogsmisdaden kwijtgescholden. De vrouwen vertelde hoe ze nu dus moeten leven naast de buurman waarvan ze weten dat die hun moeder heeft verminkt en vermoord. Tijdens een wandeling de bergen in toonde onze gids ons de Tatus waar de bevolking in kon vluchten. Hij vertelde ook de waanzin van de oorlog dat het hier buren waren die tegen elkaar vochten. Het vertellen aan toeristen (en dan met name amerikaanse) is onderdeel van het verwerken van de oorlogstrauma’s. Voor ons zal de oorlog waarschijnlijk nog regelmatig terugkomen in gesprekken en bezoeken hier in San Salvador. Zie de foto’s van Arcatao.
Plannen
We schrijven dit vanuit Suchitoto, een rustiek dorp met grote toeristische mogelijkheden. Na dit dorp gaan we naar de hoofdstad San Salvador. Dus tot dan!
Groeten,
Bas en Eelco