Typhoon, 15 september 1990, eigen tekst.
IJs toe op koninginnedag in Yaounde’
We hadden ons voorbereid dat we veel zaken tijdens onze Afrika-reis zouden missen. Vooral onze vriendinnen natuurlijk, maar ook een broodje kroket, de Typhoon met het plaatselijke nieuws en het voetballen bij ZCFC. Maar dat we Koninginnedag zouden missen, daar hadden we niet bij stil gestaan. Er bleek misschien een oplossing te zijn. Tegen 30 april zouden we in Cameroun zijn en in de hoofdstad Yaounde’ is een Nederlandse ambassade. Het bleek echter niet helemaal in ons reisschema te passen, aangezien we daar al op vrijdag 27 april aankwamen. Op die dag zijn we toch maar op zoek gegaan naar de ambassade. Al vragend kwamen we niet veel verder, niemand kon ons het adres vertellen.
Dan maar naar de Camerounse VVV. Die was echter gesloten. Na rustig de openingstijd te hebben afgewacht, kon men ons daar haarfijn uitleggen waar we naar toe moesten. De ambassade was bij de markt in het “Hollandia-gebouw”, zo hoorden we. Opnieuw gingen we op zoek. Intussen was het spitsuur geworden en begon het flink te regenen. Dat leverde een chaos van toeterende auto’s, rennende mensen en diepe modderige plassen op. Na veel verkeersopstoppingen kwamen we bij een gebouw waar met koeienletters “Hollandia’ op stond. Rob en Richard renden door de regen naar het gebouw toe. Ze keerden al snel terug met de mededeling dat de ambassade gesloten was. Wel hingen er briefjes met telefoonnummers die gebeld konden worden indien men in nood verkeerde en aangezien we vonden dat we nu toch behoorlijk in nood waren, gaven we onszelf toestemming die nummers maar te draaien. Op naar het postkantoor dus !. Daar bleek alleen maar gebeld te kunnen worden als je een phone-card van tien gulden bezat. Gezien onze financiële zorgen vonden we dat iets te veel voor één belletje. Dan maar naar het Hilton-hotel om te bellen. Daar was telefoneren helemaal niet mogelijk , zei men ons. Of dat echt zo was, of dat men geen schooiers binnen wenste, werd ons niet geheel duidelijk. Hoewel dat laatste wel het meest voor de hand lag, want na méér dan een week in de jungle vertoefd te hebben, zagen we er niet echt “Hiltons” uit. Uiteindelijk vonden we een telecomkantoor, waar voor normale bedragen kon worden gebeld.
Een vriendelijke damesstem beantwoordde ons telefoontje en deelde tot onze grote verrassing mee, dat het koninginnefeest diezelfde avond nog zou plaats vinden. We waren dan ook vanaf zeven uur hartelijk welkom in het huis van de ambassadeur. Al met al waren we behalve erg vuil, ook nog eens vreselijk nat geworden. We zochten dus snel een camping op, alwaar we een douche namen en ons in een schoon oranjetenue hesen. Keurig gewassen en gekleed meldden we ons op tijd op de stoep van de Nederlandse ambassadeur. We werden opgevangen door ambassademedewerker Hans, die ons voorstelde aan de ambassadeur, mr G. Wehry en zijn vrouw. We kregen een drankje aangeboden en liepen het terras op. Het bleek een feestje te zijn voor de gehele Nederlandse kolonie in Cameroun. Er liepen dan ook vogels van diverse pluimage rond, grote zakenmensen en gedreven ontwikkelingswerkers, mannen van wie vrouw en kinderen in Nederland zaten, maar ook complete gezinnen. Ook een op die dag zojuist aangekomen journalist van Veronica was van de partij.< < Glaasje wijn< Om half acht hield de heer Wehry een toespraak en werd het Wilhelmus gezongen. Voor diegenen die niet geheel tekstvast waren, draaide er een cassettebandje mee. Omdat iedereen goed had meegezongen, mocht daarna op het klaarstaande buffet aangevallen worden. Dat zag er echt magnifiek uit. Zoveel lekkers en luxe hadden we al lang niet meer gezien, laat staan gegeten. We zagen malse brochettes, hamrolletjes, diverse soorten Hollandse- en Franse kazen, pizza's, broodjes, salades, enzovoort. Niet veel later zaten we dan ook met een bord vol lekkernijen en met een glaasje goede wijn te genieten van dit alles. De ambassade lag bovenop een heuvel en vandaar keek men uit over het nachtelijke Yaounde'. In de tuin onder de palmen en naast het zwembad was een kok bezig met het roosteren van nieuwe brochettes. Mevrouw Wehry riep ons toe dat we gerust nog eens op mochten scheppen, er was genoeg en er kwam nog meer. Dat lieten we ons natuurlijk geen tweemaal zeggen en we vulden onze borden dan ook nog maar eens.< < Toen kwam het "toetje". Er werden twee enorme ijstaarten en ook nog eens twee slagroomtaarten binnengedragen. Hieruit mocht ieder zijn eigen compositie samenstellen en dat ook nog eens garneren met prachtige bonbons. De hierna geserveerde koffie maakte het feestmaal "af".< Het valt te begrijpen dat we na afloop geen pap meer konden zeggen. Nippend aan een glas goede whisky en zuigend aan een perfecte sigaar bleven we nog geruime tijd nakletsen. In ieder geval waren we het allemaal met elkaar eens dat deze keer het belastinggeld uitermate goed besteed was.< < Nors< Met de herinnering aan "Hollandia" nog vers in het geheugen viel de ontvangst op de ambassade in Bangui in de republiek Centaal Afrika enkele dagen later nogal tegen. Vanachter een glazen wand werd ons nors te verstaan gegeven dat we zestig gulden voor een aanbevelingsbrief voor het visum naar Zaïre moesten betalen. Dat wilden en konden we niet betalen. Bovendien bleek later dat het visum ook zonder dat document verkrijgbaar was. Als je dan hoort dat bijvoorbeeld een Duitser rustig in de tuin van de Duitse ambassade mag kamperen, voelt men zich als Nederlander toch maar weer eens slecht behandeld.< Maar, onze Koninginnedag 1990 kan nooit meer kapot.< < Typhoon, 15 september 1990, eigen tekst.