Typhoon, 28 april 1990 – Spiegeltjes en kraaltjes voor een politiechef

Typhoon, 28 april 1990, eigen tekst.

Spiegeltjes en kraaltjes voor een politiechef

Wij zijn inmiddels aangekomen in Niamey, de hoofdstad van Niger. Onze reis duurt nu zeven weken en de kilometerteller van de Landcruiser geeft nu 12.600 kilometer aan. Eindelijk hebben we goed weer, overdag 39 en ‘s-nachts 20 graden. Sinds het vorige verslag is onze route geweest: Ghandaia, Djanet, Tamanrasset, grens Algerije-Niger, Agades en Niamey. De volgende etappe zal gaan naar Timboektoe in Mali.
In sommige steden in Niger moet men zich melden bij de politie. Je naam, geboortedatum en -plaats, datum van aankomst en vertrek worden dan in een groot boek geschreven. Daarna schrijven ze iets in je paspoort of zetten er een mooi stempel in. Een bewijs dus dat je in die plaats geweest bent. Ook in Agades moesten we ons melden. Aangezien de bewegwijzering niet helemaal op de Hollandse ANWB-manier is uitgevoerd, zijn we uiteraard eerst verkeerd gereden. Maar de tweede poging slaagde al. We stopten dan ook voor de hoofdingang van het politiebureau, ten minste dat dachten we. Toen we naar binnen gingen troffen we alleen maar een leeg en donker hok aan. Buiten stond een onduidelijk iemand een oude Peugeot te wassen. We vroegen die man dan ook waar we moesten zijn. Tot onze niet geringe verbazing bleek hij zelf de chef van de politie te zijn. De man stond dus tijdens diensttijd, in uniform met opgerolde broekspijpen en op zijn slippers, in de modder zijn auto te wassen en had verder alle tijd.

Roadblock in Niger, stiekem een foto genomen
Roadblock in Niger, stiekem een foto genomen

Bij de vraag wat wij van zijn auto vonden leek het ons beter hem maar niet voor het hoofd te stoten. Wij vonden zijn wagen dan ook erg mooi. Helemaal fout dus, want hijzelf vond het maar een oude en slechte bak en moest vreselijk om ons lachen. We wilden hierna hem onze paspoorten laten zien, maar hij verzuchtte alleen maar “altijd weer die paspoorten”. Heimelijk probeerden we dan ook onze papieren zo snel mogelijk achter onze ruggen weg te moffelen. Je moet zo’n man niet irriteren en vooral niet opjutten, want hij heeft het toch al moeilijk genoeg.

1990 Africa 0394
We zeulden een fiets mee, die hebben we in Niger maar verkocht, we gebruikten ‘m toch niet

Auto-onderdelen

Onverstoorbaar ging hij ondertussen verder met het afdrogen van zijn auto, maar vroeg daarbij wel of wij nog auto-onderdelen voor hem hadden. Opgelucht antwoordden wij hem dat we hem helaas niet konden helpen aan Peugeot onderdelen. Wij rijden immers Toyota ! Dat maakte hem echter helemaal niets uit, want thuis had hij ook nog een Toyota. Hoe moesten we ons hier nu weer uit redden ? We vertelden hem dat we de onderdelen toch echt zelf nodig hadden voor onze nog erg lange reis. Gelukkig hadden onze sponsors voldoende reclamemateriaal meegegeven. We deden dan ook een gulle greep in de zak met stickers en deden daar nog een pen en een sleutelhanger bij. Hiermee was hij ontzettend blij en werden meteen tot zijn kring van goede vrienden verklaard.

1990 Africa 0386
Landschap Niger

Goed, dat was dan geregeld. Echter de binnenkant van zijn auto moest ook nog gedaan worden. Geduldig wachtten wij verder af, blij dat we met zo weinig moeite zulke goede vrienden van hem waren geworden. Nadat hij eindelijk klaar was, moesten wij meekomen naar een ander gebouwtje. Op een binnenpleintje zat een man steaks te barbecueën. De politiebaas nam er een van het rooster en al kauwende pakte hij onze paspoorten, ging zitten en begon aan zijn vermoeiende dagtaak. Het politiebureau zag er net zo uit als in het Amerikaanse wilde westen. Zelfs met een echte gevangenis achter het bureau van de baas. Plotseling verschenen er een paar mannen met een mand vol voedsel. Om onze politieambtenaar om te kopen ? Welnee, het eten moest door de chef worden gecontroleerd en geproefd en kan daarna door naar de gevangenis. Er bleken dan ook inderdaad mensen opgesloten te zitten achter van die typische celdeuren met Hong-Kong sloten.

Zeven gulden

1990 Africa 0578
Tentreparatie in Niger

Op een bankje in een hoek zaten ook nog drie vrouwen. Waarschijnlijk familieleden van gevangenen. In elk geval keken ze niet erg vrolijk. Een van de vrouwen hield een baby aan de borst. In weer een andere hoek ontwaardden we een op een matras slapende agent. Een typische filmscene.

Na het uiteindelijke schrijfwerk moesten we tenslotte nog even afrekenen, 1000 cfa oftewel ongeveer zeven gulden. Dit geld verdwijnt waarschijnlijk in iemands zak, want een bonnetje krijg je nooit en de bedragen variëren van bureau tot bureau. Daarna was het werk voor de politiebaas gedaan en liep hij nog even mee naar onze auto. Dat vond hij nu een mooie auto, zei hij en vertelde nogmaals dat wij voortaan zijn beste vrienden waren, dankzij die sleutelhanger.
Toen we eindelijk weg konden rijden, zwaaide hij ons uitgebreid met beide handen uit. Toch was het een leuk bezoek en bleek onze politiechef best een aardige man. Straks weer thuis, zullen we beslist eens aan hem denken en dan vooral als we in contact met politieambtenaren uit onze gemeente komen.

Typhoon, 28 april 1990, eigen tekst.